donderdag 24 januari 2013

No Go Area


Waar de teen van de Montjuïc al eeuwen zijn kat en muis spel speelt met de Middellandse Zee bevindt zich NIEmandsland. Een miljoenen wereldstad kent zijn geheimen. En zeker deze Catalaanse stad waar het kasteel van Montjuïc tijdens de burgeroorlog en het Franco regime dienst deed als gevangenis, die velen nooit meer verlieten. De toeristendubbeldekkerbus met route west rijdt over de nieuw aangelegde infrastructuur uit 1992 ten behoeve van de Olympische Spelen, niet wetend dat zich hier op een steenworp afstand het ‘Wilde Westen’ bevindt. Daar waar de grond dor is en enkel cactussen kunnen ontspruiten, hebben de NIElozen zich verscholen. Zij schuwen het licht en pas bij het paarskleuren van de lucht of bij toenemende grijze nevel komen ze uit hun schuilplekken .

Ik ben op weg naar de andere kant van de berg. Daar ligt de Montjuïc berggraafplaats, gebouwd in 1883, geïnspireerd door o.a. Pere Lachaise in Parijs en met graven van de Catalaanse president Lluís Companys, Juan Miró en Ramon Casas. Deze keer wil ik de berg niet over, maar er omheen.
Per abuis raak ik van de gebaande paden en beland ik in het ‘schorriemorrie ’landschap. Er hangt een pis geur en het riekt er naar een mix van rotting en petroleum. Dat laatste komt door de kleine haven van Barcelona, het eerste door de vele illegale kleine afvalbelten met diverse curiosa. Opzoek naar een doorgang om de berg, blijk ik dieper en dieper te geraken in deze onderwereld. Hier gelden andere regels en ook al ben ik ook nog steeds NIEloos, ik voel me niet geroepen om hier te bivakkeren. Er staan her en der verkleurde iglotenten en gekunstelde hutjes. Ik hoor een zacht geritsel. Mijn hartslag schiet met elke stap minstens 5 slagen per minuut omhoog. Mijn ontdekkingslust en wil om het einddoel te bereiken vecht met mijn geweten, die alarmerend fluistert “het is hier niet veilig”. Ook nu niet met de zon in zijn zenit. Een angstzweetdruppel rolt langs mijn wenkbrauw. Ik blaas de aftocht. Terwijl ik onthutst nog twee keer over mijn linkerschouder kijk, klauter ik terug naar de door toeristen bewoonde wereld. Hoorde ik nu echt iemand? Met een opluchting laat ik de cactussen en afgrond achter, waarover ik al een waanvoorstelling had dat schizofrene moordzuchtige zwervers er mijn rug aan vast zouden pinnen. Met alle plezier begin ik aan de klim, recht over de top. Op naar de begraafplaats, waar ik vol leven en adrenaline een behoorlijke tijd later dan gepland aankom.

Kortom, de Montjuïc is een prachtige berg, maar ga niet op onderzoek in de afgrond.


woensdag 16 januari 2013

De schaduw van de schrijver


Een stad leer je doorgronden door eindeloos te verdwalen in de wirwar aan straten, steegjes en promenades. Door je te verbazen over kleine details en niet je richtings- of veiligheidsgevoel te volgen, maar laat je ogen je leiden langs frescos van engelen, marmeren titanen van pilaren en gietijzeren rozenstruiken. Overdag en 's nachts. Buiten en binnen. In de realiteit* en van papier. Naast je eigen ervaring, beleef je bij het lezen van boeken gesitueerd in een stad onwerkelijke avonturen, die weer inspiratie geven voor eigen belevenissen en verhalen.

Daarom herlees ik het bejubelde boek van Carlos Ruiz Zafon, De schaduw van de wind, en ga ik bewapend met de pen op stap in zijn Barcelona. Ik hou bij wat me opvalt aan plaatsen, inspiratoren, mooie zinnen en stijlfiguren, zodat ik er lering van kan trekken en later mijn verhalen kan optekenen.

Allereerst de stad van papier. Ik presenteer u de plekken uit het boek:
Begraafplaats op de berg Montjuïc; waar moeder van Daniel ,Nuria en Isaac Montfort begraven zijn.
Calle Santa Anna; woning en boekhandel Sempere van Daniel en zijn vader en waar de kerk Santa Ana staat, waar Daniel en Bea trouwen.
Raval; wijk waar Kerkhof der Vergeten Boeken ligt in de Calle Arco del Teatro (fictief, in elk geval niet in Google maps terug te vinden).
Andere en passant vermeldde straten in deze wijk zijn Calle Ferlandina, Casa de la Misericordia, Casa de la Piedad, Riera Alta, Calle Muntaner.
Calle Fernando; boekhandel van Gustavo Barceló
Els Quatro Gats; café waar boekhouders, dromers en aspirant-genieën komen en de ouders van Daniel elkaar hebben ontmoet. In werkelijkheid stond deze taveerne uit 1897 bekend als trefpunt voor modernista kunstenaars en hield Picasso er zijn eerste tentoonstelling. Daarnaast hing hier het werk van
Roman Casas. Het is gevestigd aan de Calle de Montsio 3. Naast dit café was in die tijd van noucentisme ook de galeries Laietanes erg geliefd en met name de wijnbar die hier gevestigd was. Frivool en jolig versierd met muurschilderingen, welke nu te bezichtigen zijn in het MNAC.
Bibliotheek van het Ateneum in de Calle Canuda; Daniel spreekt hier af met Barceló en ontmoet voor het eerst Clara, die hem vertelt over de schrijver Julián Carax.
Kasteel Montjuïc; vader van Clara is hier, zoals velen nationalisten en republikeinen, tijdens de Spaanse burgeroorlog gefusilleerd. Zo ook de president van Catalonië Lluis Companys in 1940.
Calle Anselmo Clavé; vulpenwinkel, waar pennen wachten op mensen die groot schrijver willen worden.
Los Encantes; ookwel bekend als Els Encants Vells. Een vlooienmarkt waar je van alles kunt vinden - Calle del Dos de Maig, metro Encants/ Glories.
Parque Ciudadela; prachtig stadspark met een fontein die doet denken aan de residentie van koningaap Louis uit Disney’s Junglebook verfilming. Hebben we gelijk een schrijver waar Zafon niet naar verwijst; Kipling.
Puerta del Ángel; straat waar Daniel regelmatig doorheen wandelt. Tegenwoordig een van de grootste winkelstraten.
Plaza Real; hier bevindt zich de woning van Barceló. Het Place de Vosges (wat oorsponkelijk ook bekend stond als place royale) van Barcelona met palmbomen en in plaats van een standbeeld van Louis XIII, een fontein die verlicht wordt door lantaarns van Gaudi. Gebouwd in de jaren 1850 nabij de Rambla.
Calle Petritxol; hier drinken Clara en Daniel hun slagroom en chocolade. Wat ook een aanrader is xurros con chocolate - een typisch, wat vettige calorievolle doch extra lekker Spaans ontbijt.
Mercado del Born; een van de vele overdekte markten met fruit, groente, vlees, vis en olijven. In deze werkte dienster Bernarda voordat ze bij de Barceló's begon. De meest bekende en in het oog springende overdekte markt is
La Boqueria aan de Rambla. Een bezoek meer dan waard ter genot van ogen, smaakpapillen en na het trekken van de portemonnee maag.
San Gervasio; wijk waar muziekleraar van Clara Adrián Neri vandaan komt.
Stadbeeld van Columbus; eerste ontmoeting tussen Daniel en de voor hem vreemdeling Carax op zijn 16 de verjaardag. Dit beeld torent boven alles uit, staat op het eind van de Ramblas en wijst naar de zee. Colombus deed hier als eerste verslag na zijn eerste reis, de ontdekking van America.
Pueblo Nuevo; wijk waar het in vuur opgegane magazijn met alle Spaanse exemplaren van de boeken van Carax bij uitgever Cabestany ligt.
Ronda San Antonio, naast Plaza Goya; hoedenzaak van Fortuny, stiefvader van Carax
Calle Comercio; textielwinkel Santamaria waar Teresa Boadas werkte - de eerste liefde van Isaac, bewaker van het kerkhof der vergeten boeken
Strand van Bogatell ; een van de zes stranden in Barcelona, die gezamenlijk een lengte van 4 km kennen. Hier liepen Isaac en Teresa als jong verliefd stel. Het veruit meest bekende strand is La Barceloneta. Deze ligt tegen de binnenstad aan. Hier gaan Nuria en Carax regelmatig naar toe om over de zee uit te kijken.
Plaza Monumental; stierenvechtersarena waar Fermín de Semperes mee uiteten neemt voor zijn eerste salaris.
Calle Joaquin Costa; straat met pension waar Fermín verblijft.
Avenida del Tibidabo 32; hier staat het huis 'De witte broeder' / ' De engel van nevel' / 'Villa Penélope' van de familie Aldaya.
Calle del Carmen; bibliotheek waar Carax verliefd werd op boeken en hen verslond. Deze bibliotheek in Raval is nog steeds aanwezig in een oud klooster, waar ook
het protectoraat voor katten gevestigd is. Een wandeling door de tuin van deze bibliotheek is een aanrader.
Vía Layetana; politiebureau, in het boek te vergelijken met de Lubyanka in Moskou. 
Barrio Gótico; oude middeleeuwse centrumwijk met o.a. Romeinse muren en zeer nauwe steegjes.
Plaza Cataluña; hoofdplein van Barcelona waar Daniel als een Mozes door een zee van duiven loopt.
El Molino; variététheater aan de Parel-lel in Poble Sec. De Moulin Rouge van Barcelona.
Sint Gabriël College; school van Carax, Aldaya en Fumero in de wijk Sariá.
Calle Moncada; Santa Lucia Hospice 'bejaardenhuis' waar Jacinta, de gouvernante van de Aldaya's wegkwijnt in de wijk Santa María.
Calle Sant Jeroni; taverne in Raval gepresenteerd als ondergronds informatiecentrum.
Station Francia; treinstation waar Julian en Penelope volgens het plan van Miquel Moliner de trein naar Parijs zouden nemen.
Poble Sec; Wijk waar Fermin naakt in een steeg wordt achtergelaten na de martelingen in kasteel Montjuïc.


Overige straten en locaties; Diputacion, Paseo de Gracia, Calle Caspe, Gran Vía, Tibidabo, Calle Pelayo, Plaza Universidad, Canaletas fontein, Calle Balmes, Floridablanca, Calle Riera Alta, Calle Puertaferissa, Plaza Cataluña, San Gervasio, Parque del Laberinto, Calle Escudillers, Calle Vigitans, Calle Leon III, Plaza de San Felipe Neri, Calle Canuda, Calle Talleres, wijk Ensanche, Via Augusta, Calle Granduxer, Paseo Bonanova, Avenida Diagonal, Las Planas, Plaza Sariá, Paseo San Gervasio, Paseo de Gracia, Plaza Molina, Kruising Calle Brunch en Mallorca,Ciutadella, gevangenis San Viçens, Calle Muntaner, Calle Princesa, Calle Fermando, Hospital del Mar, Calle Aviñón, Plaza Núñez de Arce, Consejo de Ciento, Muntaner, Calle Platería, Modelo-gevangenis, Plaza de las Arenas, Calle de la Ceniza, Can Tunis, Hospital Clínico, Calle Fontanella, bioscoop Cine, Calle Tallers, Paseo Collon, Plaza del Portal de la Paz, Calle Guardia, Calle Puertaferrisa, Calle Platería, Plaza del Pino, Calle Cadena, Plaza del Pino, Avenida de la Catedral, Café Canaletas, Las Planas, Ronda San Antonio, Calle Román Macaya, Barcelonetta, Via Layetana, Plaza Lesseps, Avenida de la República Argentina, Calle Román Macaya, Calle Joaquin Costa, Castelldefels, Paseo del Borne, Basiliek van Santa Maria del Mar, Calle Urgel, Corachán-kliniek, Calle Escudillers, Calle Princesa, wijk Bona Nova, Rambla de Santa Mónica, Santa Maria del Mar, San Adrián del Besos.

Praktisch heel Barcelona dus.

Inspiratoren, verwijzing naar de grote meesters ofwel de schaduw van de schrijver:
- Homerus; Odyssee
- Griekse mythologie; Minotaurus, Hercules, Thanatos
- Sophocles
- de fabels van Aesopus
- Seneca
- Vergilius; Aeneis
- Ovidius en George Bernard Shaw; Pygmalion ( metamorfose) en de hiervan afgeleide musical my fair lady.
- De Bijbel; oud en nieuwe testament met o.a. verwijzing naar Methusalem en Judas (het verraden van een vriend)
- Dante Alighieri
- Shakespeare; Hamlet
- Miguel de Cervantes; Don Quichotte door de verwijzing naar Sancho Panza. Barcelona is de enige werkelijke stad die in de avonturen van deze twee voorkomt.
- Pedro Calderón de la Barca; la vida es sueño
- Voltaire; Candide
- Honoré de Balzac
- Lord Byron
- Charles Dickens
- Alexander Dumas; Dame van de Camelia's
- Fjedor Dostojevski; gebroeders Karamazov
- Gustave Flaubert
- Victor Hugo; les miserables
- Friedrich Nietzsche
- Emille Zola
- Emilio Salgari
- Jules Verne; verwijzing naar zijn magistrale mechanisische futuristische technieken en Het mysterieuze eiland.
- Franz Kafka
- Arthur Canon Doyle; Sherlock Holmes
- Don Benito Perez Galdos; episodios nacionales
- Joseph Conrad; Heart of Darkness
- Vincente Blasco Ibáñez
- Sigmund Freud; ' leert ons dat de vrouw het tegenovergestelde wenst van wat ze verklaart.' (148)
- Thomas Hardy
- Rainer Rilke
- Ernest Hemingway
- Ramón Gomez de la Serna
- Francisco Franco Bahamonde; morendoder: jeugdbrieven uit Ceuta
- Pablo Neruda

- Graham Green

Velen komen voorbij omdat het verhaal grotendeels gesitueerd is rondom een boekhandel en als hoofdpersoon de zoon van een boekhandelaar heeft. Maar uiteraard is het ook een wijze om eruditie te tonen. Gelukkig op een minder belerende wijze dan Mulisch. Er staan weinig verassingen in deze lijst der groten van de wereldliteratuur op wat verdieping in de Spaanse schrijvers na. Het geeft mij een mooi lijstje om mijn eigen bibliotheek te vergroten. Opvallend is dat er niet naar een vrouwelijke schrijfster verwezen wordt. Naast schrijvers, komt er ook nog een dozijn aan schilders, zangers, stierenvechters, bodybuilders, componisten, filmsterren en beeldhouwers langs, maar deze heb ik niet opgetekend. Al verroeren deze kunsten ook het oog en oor, ze bestaan niet uit geschreven woorden. En dat is voor nu de focus.


Mooie zinnen en zegswijze;
 - Een geheim is evenveel waard als degenen voor wie we het moeten bewaren (17) - openingszin hoofdstuk 1

 - Die zondag waren de wolken de hemel uitgegleden en lagen de straten in een lagune van warme nevel die de thermometers op de muren deed zweten (23) 

-...het genot van het lezen .., het aftasten van deuren die zich in je ziel openen, je te verliezen in de verbeelding, de schoonheid en het mysterie van de schijn en de taal (35).

- Parijs is de enige stad waar doodgaan van de honger nog steeds beschouwd wordt als kunst (77).

- Een beeld vol licht en hoop, vol van de belofte die alleen bestaat in de ogen van hen die jong zijn (115).

- Ook toen al begon Barcelona zich te vullen met auto's** en ter hoogte van het stoplicht op Calle Balmes*** zag ik op beide trottoirs brigades van ambtenaren opgesteld, gehuld in grijze gabardines en met hongerige blikken, die een Studebaker met hun ogen verslonden alsof het een revuezangeres in negligé betrof. [Hij schuwt geen lange zinnen. Deze telt in vertaling precies 50 woorden.]

- De woorden waarmee je het hart van een kind vergiftigt, door laagheid of onwetendheid, blijven als een cyste in het geheugen zitten en vreten vroeg of laat de ziel weg (185).

- Ik keek naar haar zoals je naar een trein kijkt die net wegrijdt, en besefte dat ik twee dagen op wolken had gelopen. Mijn wereld stortte in (194).

- Ze glimlachte als een kind dat je een raadsel of een goochelaarstruc in het vooruitzicht stelt (197).

- Iemand van wie een kind niet alleen maar houdt omdat het zijn vader is, maar omdat hij hem bewondert om de persoon die hij is. Iemand op wie hij wil lijken (206).

- Wij mannen moeten wel een prijs betalen voor het staand urineren (211).

- De femina: wanorde en labyrint (212).

- Geld is elk ander virus: rot de ziel van de drager weg, dan vertrekt het op zoek naar vers bloed (219).

- Het lot staat meestal om de hoek te wachten. Alsof het een pooier is, een hoer, of een loterijverkoper: de drie meest gebruikte incarnaties (252).

- Ze liep weg in de nevel, de emmer met zich mee zeulend en haar schaduw achter haar aan slepend als een bruidssluier (281).

- Er zijn mensen die je je herinnert en er zijn er van wie je droomt (363).


Schrijfwijze:

- veelvuldig gebruik van kleurrijke bijvoeglijke naamwoorden; purpergespikkelde daken, asgrijze hemel, blauwe rook, noodweer verspreidde zich als zwarte bloedvlekken tussen de wolken, okerkleurige weerschijn, blauwe en paarse halfschemering, blauwe meren, groene weiden, okerkleurig velletje, blauwachtige sluier, blauwe tram, blauwe overall, staalkleurige zon, blauwe rookkringels, paarse lichtsluier, gelige lampjes, blauwzwart gevlekte hemel, violetkleurige wolkensluier, askleurige hemel, grijze duisternis, blauw handschrift, blauwe schaduwen, askleurige vodden, zwarte regen, parelkleurige nevel, zilveren stofjes, violetkleurige mist, roodgekleurd water, amberkleurig licht, koperkleurige bubbel, purperkleurige schaduwen, gelige rookwalm, amberkleurige vlam, paarsig licht bespikkeld met alle kleuren van de regenboog, wit zand, blauwachtige stralen, amberkleurige lucht, asgrijze hemel,

- uitdrukkingen; geheugen van een olifant, precisie van een Vlaamse meester, een kalmeringsmiddel waar een olifant van omvalt, ze speelt met je als een kat met een kanarie, ik heb tijd noch zin, herculische musculatuur, wit van angst, als Chinees in de oren klonk, ik ga er als een haas vandoor, alsof we op het punt stonden de doos van Pandora te openen, comme ci comme ça, zo waar als een en een is twee, het bloed kruipt waar het niet gaan kan, van de wind alleen kan een mens niet leven, de vos verliest wel zijn haren maar niet zijn streken, ik ben een en al oor, de oude vos, waar het hart vol van is, katachtige souplesse, bezwangerde stilte, het uiterlijk van een roofvogel, soldaat maken, u gelooft zelfs in de tandenfee, de koe bij de horens vatten, een Babylonisch spektakel van verdorvenheid bieden, een argeloze jongen die meende de wereld in een uur veroverd te hebben en die nog niet wist dat je die in een minuut weer kon verliezen [alternatief voor vertrouwen komt te voet en vertrekt per paard], de koe bij de horens vatten, een haar krenken, maak dat de kat wijs, nog geen postzegel op de goede plek plakken, nog niet met een kanonschot wakker maken, ik slikte speeksel weg met de consistentie van gewapend beton, de kat de bel aanbinden, de tijd om de tuin leiden, adviezen in de wind slaan, het ene oor in en het andere weer uit, de bloementjes buiten zetten, het vuur na aan de schenen leggen, in zijn eigen sop gaarkoken, klappen van de zweep,

- latinisme; quid pro quo, opus primum, ad nauseam, ora pro nobis, vanitas peccata mundi, in mente, de facto, vox populi, ego te absolvo, dramatis personae,

- dialogen en hiermee wisseling van perspectief/ verteller en snelheid; bv " Ik weet niet veel van vrouwen, eerlijk gezegd." " Weten, in de zin van begrijpen, dat doet niemand. Freud niet, de vrouwen zelf niet, maar het is net als met elektriciteit: je hoeft niet te weten hoe het functioneert om er je vingers aan te branden."(101).

- Show don't tell; Een permanent aan zijn mond vastgekleefde uitgedoofde pijp (18) / mijn blos, die voldoende zou zijn geweest om een sigaar op een halve meter afstand te doen ontbranden (27), zijn reputatie reikte van de wijk Ribera tot aan de markt van Ninot (41), hij had de constitutie van een vechter, de schouders van een gladiator en een harde, doordringende blik (105), gehuld in een merkwaardige mengeling van ochtendjas, badjas en overjas uit het Russische leger (122), zijn gezicht was gelig en bezaaid met blauwe plekken, hij liep akelig mank en bewoog zich als een kapotte pop (334), gordijnen van vloeibaar fluweel [heftige lente regenbui],

- Aforismen: dwazen praten; lafaards zwijgen; wijzen luisteren, wantrouw degene die iedereen vertrouwt, tegenover een doodskist zien we alleen het goede of dat wat we willen zien, de statistieken bewijzen het: er sterven meer mensen in bed dan in de loopgraven [ dus ik ga niet naar bed om uit te zieken], wachten is roest voor de ziel [ onderneem actie ],


Wanneer je verder in het boek komt, beginnen je een aantal dingen op te vallen:
- een voorliefde om mannen een (half) opgerookte sigaar tussen de lippen laten hebben;
- foute, of in elk geval door de hoofdpersoon niet geliefde, mannen veel brillantine in het haar toe te dichten;
- zoals boven al getoond, heeft Ruiz Zafon praktisch de hele stratengids van Barcelona overgenomen, waarbij hij naar de Catalaanse schrijfwijze van straten verwijst;
- het karakter van Fermín Romero de Torres het meest amuseert; gevat met humor en vele aforismen;
- het luchtruim met de wolken bijna alle kleuren van de regenboog in dit boek heeft;
- de uitdrukkingen sommerend valt het me op dat er veel naar het dierenrijk verwijzen;
- het opvallend vaak regent in deze door de zon veel bestreelde stad;
- het boek kent twee vertellers: Daniel die ons zijn verhaal vertelt in de voor van een autobiografie en Nuria die haar verhaal voor Daniel heeft opgetekend.
- het zeker een plezierig boek om te lezen is met voldoende suspense om in korte tijd pagina 543 te bereiken.

 

* ofwel, in dit geval de Lijaliteit - mijn gekleurde realiteit
** op dit moment is Barcelona overspoeld met auto's en motoren. Twintig procent van de auto's in de stad zijn niet onderweg, maar reeds op de plek van bestemming in zoektocht naar een parkeerplek
*** in deze straat bevindt zich het kantoor om de NIE aan te vragen, waarmee je transformeert van niemand naar iemand. NIEloos ben je nergens toe geautoriseerd.
Zie eerdere blog.
**** voor een aantal weetjes heb ik gebruik gemaakt van Brown. J (2012) Rough guide Barcelona.
***** Ook Nederlands trots Philips wordt op p. 120 vermeld.

maandag 14 januari 2013

Adoptie

We willen een gezelschapsdier. Dat lekker bij je komt kroelen. Het huis continu levendig maakt. Dat je doet lachen om typische streken, zie dit filmpje

In Barcelona wonen 45.000 katten, waarvan een aanzienlijk groeiend percentage door de economische crisis zonder baasje zit. Gelukkig zit de stad vol met organisaties, die zich om het lot van de verlaten dieren bekommeren. Een korte speurtocht via google en een rondgang langs wat dierenzaken, levert een waslijst aan mogelijke adoptiekatjes op. Elk voorzien van een foto en begeleidende tekst, dat het dier de hemel in prijst. 

Peka en Pekita zijn moeder en zoon van het soort lapjeskat. Hun baasje heeft al 7 katten en na dit nestje worden het er echt te veel. "Ontzettend leuk dat jullie geïnteresseerd zijn, ik stuur jullie wat informatie toe en dan kunnen jullie zaterdag langskomen." Het blijkt niet wat informatie te zijn, maar een vragenlijst van 40 vragen verspreid over 8 pagina's. Of we dat zo snel mogelijk willen invullen, want ze wilt zeker weten dat ze te maken heeft met goed volk. Vragen over ons, ons huis, onze toekomstplannen, een overhoring over wat we van katten weten; welke ziektes, welk voedsel, wat ze leuk vinden, wat we zouden doen als ze dingen doen die wij niet zo leuk vinden etc. en tot slot een toezegging voor een inspectie of het huis wel in orde is. Als de katten bevallen, dan willen we het best invullen, maar eerst zien en geloven. Dat gaat niet. De toegang wordt ons geweigerd. Geen ingevulde adoptiepapieren, geen contact met de kat.

Wetende dat er nog vele andere zijn, bellen we een nummer die op een blaadje bij de dierenarts stond. Het gaat om een Noorse boskat. Nog voor het gesprek echt begonnen is, wordt er botweg geantwoord: " de kat is niet meer." Maar hopen voor dat beest dat het een ander gezin heeft.

Van meerdere dierenwinkels kreeg ik de tip om langs het kattenprotectoraat te gaan. Een Pauluskerk voor katten in een palmentuin. De eenogige, de kreupele en de staartloze hebben zich hier verenigd. In het schemer heeft de tuin is duisters. Geniepig kruipen de beesten rond. Het licht schuwend, blijven ze verborgen in de schaduw van het Middeleeuwse klooster, waaruit alleen geel groen fonkelende ogen je stilletjes observeren. Uiteraard verdienen deze schepsels ook een mooi leven, maar dat zou vast niet lukken in een appartement van 60 vierkante meter zonder echt buiten. Daarbij geeft het aanblik me de rillingen en ga ik hier liever niet naar binnen.

Dan maar old fashion naar het asiel. Deze bevindt zich boven op de berg van Tibidabo. We stappen uit bij de laatste metrohalte en beginnen de berg op te klauteren. Het is hondenweer. Voor het eerst sinds onze aankomst is het guur, zo vertrouwd Hollands weer. Na een half uur lopen, doorweekt en een aantal straten al twee keer doorkruist te hebben, nog geen spoor van een asiel. Boven ons alleen maar berg, onder ons een dorpje dat is opgeslokt door de grote stad. De wanhoop nabij vragen we een oude man om raad. " Arme kinderen, het asiel is niet per voet bereikbaar. Slechts met de auto en dan is het nog 40 minuten rijden. De berg op en over. " Dat hadden ze wel even op de website mogen vermelden.

De hoop opgegeven plegen we toch nog één telefoontje.
" Goedemiddag, we hebben uw advertentie voor adoptie van Granita op internet gezien en zijn geïnteresseerd."
" O, dat lieve kleine katje van net 3 maanden oud?"
" Ja! Die lapjeskat."
" Zij heeft afgelopen woensdag een nieuwe familie gevonden."
Zucht.
" Vale, dank u wel." Met een trieste uitdrukking wil ik al de rode knop indrukken.
" Maar we hebben nog wel andere aller schattige snoezige poesjes."

En niets rare adoptieformulieren, verre onbereikbare oorden of beperkte openingstijden. We konden gelijk langskomen.
Met twee zoenen op de wang worden we welkom geheten bij de uitgang van de metro. Onderweg houdt Maria niet op met praten over haar vriendinnengroep, die katten opvangt en dat ze zo'n fantastisch poesje voor ons heeft. De dierenwinkel is speciaal voor ons opengegaan en we sluipen onder het halfgesloten hekwerk door naar binnen. Van achter de hondenbrokken wordt een klein wit met bruine vlekken katje tevoorschijn getoverd. Liefde op het eerste gezicht. Twee volle tassen met kattenbenodigdheden later, krijgen we nog als laatste boodschap mee dat ze waarschijnlijk erg moeten wennen en de eerste dagen weinig zal eten en zich in donkere plekjes zal verstoppen. "Dat heeft niets met jullie te maken", stelt Maria ons gerust. " Ze heeft het in Cordoba niet heel goed gehad en is wat bang voor geluid, mannen en drukte."

Nog geen twee uur binnen miauwt ze al om meer eten, heeft ze de mannenstoel geconfisqueerd en de ipod met haar geknor overbodig gemaakt. Donderdag wordt ze gedoopt. Dan krijgt ze een chip waarin staat wie haar eigenaren zijn en wat haar naam is: Barca de Groenewoud van Vliet.
 
* na de verleidingen uit kittens ondergronds en kittens bovengronds is het dan eindelijk zover :)




vrijdag 11 januari 2013

MNAC - een eerste kennismaking

Eenmaal gewend aan musea op loopafstand van huis - het Museum Oud Overschie, het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, de Hermitage in Sint Petersburg (telt opzich al voor 5) en het Boijmans Van Beuningen in Rotterdam- is ditmaal het MNAC, Museu Nacional d'Art de Catalunya, om de hoek.

Het gebouw rijst statig boven de Montjuïc uit. Het ziet eruit als een imposant paleis waar minstens edelen of zelfs koningen gezeteld moeten hebben. Maar schijn bedriegt. Dit bouwwerk is gerealiseerd om het paradepaardje te zijn van de wereldtentoonstelling van 1929. Het is onderdeel van een groot complex. De oprit begint bij Placa de Espanya met twee Venetiaanse kolommen, gevolgd door vier klassieke kolommen die de strepen van de Catalaanse vlag voorstellen. Daarachter ligt de magische zingende fontein, welke ’s avonds immer nog met een lichtshow versteld doet staan van zijn pracht. En dan ben je nog niet eens halverwege, er volgen eindeloze trappen geflankeerd door oriëntaals geïnspireerde fata morgana's, die nu de beurs vormen. Het Ahoy van Barcelona. Bij een slechte conditie of gewoon lui kun je genieten van het panorama uitzicht over de stad dat per meter naar boven toeneemt door gewoon vijf keer een roltrap nemen. Eenmaal boven heb je keuze om het gebouw te betreden of te gaan dwalen door de prachtige tuinen. Ditmaal gaan we naar binnen waar je je nietig waant onder de hoge gewelven. Er is van alles; een concertzaal, restaurant, winkel en daar tussendoor en bovenlangs het museum. Die kent 4 secties; romaans, gotisch/ renaissance, barok en modern. Verfommel je entreebewijs niet want deze moet je bij elke sectie opnieuw laten zien.

Meestal laat ik de middeleeuwen links liggen, want niet voor niets was er daarna sprake van een wedergeboorte. Het zijn in mijn ogen stripverhalen om de arme ongeletterde gelovigen te wijzen op hun plek, door ze te overdonderen met martelingen, gekwelde bebloede niet altijd anatomische correcte figuren en episoden met streng kijkende heiligen zonder landschap of perspectief in een goud omhulsel. Maar dit keer had ik geen keus en moest ik erdoorheen om bij de renaissance te komen en mijn hart op te halen bij het kleurenpalet van El Greco. Op het middeleeuwse altaarstuk van Jaume Serra uit 1367 staat het geboortekribbetje van Jesus omringd door ezel en os. En met Jaume hebben nog tientallen dit tafereel op eenzelfde wijze weergegeven. Hoe denkt de paus daarover? Wat is hij van plan met alle kunstwerken in het bezit van het Vaticaan nu hij afgelopen november beweerde dat noch os noch ezel bij de geboorte aanwezig waren en dat dit slechts mythe zijn?

Mijn favoriete periode is bij uitstek 1885- 1930, het hoogtij van het impressionisme, symbolisme, expressionisme en de art nouveau / modernista. Voor deze zalen bezoek ik musea en loop ik met een notitieblokje de namen op te schrijven van mij onbekende artiesten en van werken die ik mooi of bijzonder vind.

Als klein meisje moest ik eens het mooiste stuk uit de collectie kiezen. Toen nog met de droom om ballerina te worden, was de keuze voor het danseresje van Degas, Le petit danseuse de 14 ans, eenvoudig. Sindsdien heeft dit beeldje een vast plekje in mijn looproute in het Boijmans, Musée d'Orsay en Metropolitan Museum of Art. Het doet me even terugdenken aan de uren voor de spiegel aan de barre, de voorstellingen op een felverlicht podium en het gevoel dat je al draaiend en met een grand jeté de hele wereld aan kan. In het MNAC staat de volwassen geworden variant. Ik stel aan u voor de Gran Ballarina van Pau Gargallo uit 1929. Deze vrouw heeft de toekomst niet meer voor zich, zij is een geoliede machine en kent de klappen van de zweep. Geroutineerd danst zij in tutu een arabesque. Een meesterwerk met hart, in vergelijkbare stijl als Zakine van zwart gietijzer. Een ander werk dat mij in de Hermitage had betoverd was eternal spring van Auguste Rodin. Iets in het werk van De Barcelonees Josep Llimona (1864 - 1934) doet me aan hem denken. Ik ga opzoek naar ander werk van hem en wie weet heeft ook hij een pittoreske villa in het centrum, zoals Rodin in het 7de arrondissement van Parijs. Naar het laatste beeldje dat het vermelden waard is moet je even zoeken in zaal 80. Het valt niet op door de overdaad aan werken van Juli Gonzalez. Weggestopt in een hoek kijkt verlegen zijn werk Nu assegut de perfil (1929) je aan. Een prachtige techniek.*

De Granadina (1914) van Hermen Anglada Camarsa doet me door zijn kleurgebruik denken aan Kees van Dongen. Geen grote ogen, maar wel die groen blauwe waas. Zijn schilderijen hebben iets sprookjesachtig. Een naam erbij in het notitieblokje. Ook Adria Gual (1872 - 1943) komt hierin. Er hangt in het MNAC maar een modernista op het randje van symbolistisch werk van hem. Dat maakt nieuwsgierig. Zou hij de Spaanse Michiel Vrubel zijn? Geboren en gestorven in Barcelona. Zijn sporen moeten te achterhalen zijn. Nu ook ik mij sinds woensdag officieel Barcelonees mag noemen en wat trots kan tonen voor mijn schoonmoederland met marker en onderstreept tot slot de grappige Ramon Casas. Klik hier voor zijn werken, oordeel zelf maar.




* het innovatiekunstwerk dat bij ons in de wdw hing zou zich kunnen evolueren tot iets dat niet zou misstaan naast een werk als Finestra van Leandre Cristofol uit 1926. Wie weet belooft dit later ook een mooi plekje ergens voor Thijs van Gasteren in een museum.

zaterdag 5 januari 2013

Poble Sec - Het straatbeeld

Aan de voet van de Montjuïc* en achter de Parel-lel ligt de wijk El Poble Sec. Letterlijk vertaald het droge dorp. Met vreugde kan ik dan ook mededelen dat er nog geen spatje regen gevallen is. Wat een ongekend genot. Elke dag een zonnetje en een aangename zachte wintertemperatuur van 15 graden. Heel iets anders dan de -25 tijdens mijn eerdere buitenlandervaring. Ik ga er in 5 jaar tijd 40 graden op vooruit.

Het dagelijkse leven in Spanje heeft een rustig tempo. Alles begint vanaf een uurtje of negen tot de siesta. In dit dorp midden in de stad immer nog volop gepraktiseerd. Tussen 14 uur en 16 uur gaat alles op de horeca en de pakistaanse kleine supermarktjes na dicht. In tegenstelling tot mijn verwachting van siesta sust het binnenshuis niet in. Tijdens de siesta is het spitsuur in huis. Deuren slaan dicht, verhitte discussies, geschreeuw, geboor, gestamp. Niet erg bevorderlijk om een uiltje te knappen, daar de huizen van het eind van de negentiende eeuw vrij slecht geïsoleerd zijn. Na de siesta gaan de overvloed aan bakkertjes, pharmacia en groentezaakjes weer open. Alles is binnen handbereik, 250 meter lopen is al ver. Boodschappen kunnen vervolgens tot 's avonds laat gedaan worden.  Met een authentiek boodschappenkarretje pas je helemaal in het straatbeeld.

De postbode is afhankelijk van de bewoners om zijn werk uit te oefenen. Hij moet eerst binnen gelaten worden voor hij de post kan sorteren over de postvakjes. En mocht er in het hele pand geen gehoor zijn, geen nood. Even een kopje koffie  aan de bar nuttigen en de roddels doorspreken.

De stoep wordt bewoond door bomen, motoren, vuilnisbakken, viervoeterdrollen en flanerende oude van dagen. De mimosaboom heeft nog blad en de manderijnen sieren menig groen. Ze doen hun best om de geurtjes van de vele reuze kliko's te neutraliseren. Alles wordt hier gerecycled; plastic, glas, papier, gft, metaal, grofvuil en dan heb nog overig (wat je daar in zou moeten doen?).

Naar boven kijkend zie je hoe volkssport nummer één wordt beoefend. Het ophangen van de was. Bont, wit, zwart alles door elkaar. Als vrolijke versiering en ter unformisering van de panden. De panden wisselen van 3 tot 8 hoog. Dit betekent echter niet dat er ook acht verdiepingen zijn. Je hebt namelijk de begaande grond, de tussenetage, een etage boven de begaande grond en dan eindelijk de primero ofwel eerste etage. Op de balkons is naast was van alles te vinden van wasmachines, koffers, en strijkplanken tot stoeltjes en tafeltjes. Naar binnen kijken zit er echter niet bij. Alles wordt hermetisch afgesloten, geen gluren bij de buren.

* In het Rotterdams berg Juich en we juichen zeker, want wonen op de berg is een genot en je kuiten groeien als kool met de helling van zeker 40 graden. En dan heb ik het nog niets eens over de wonderschone tuinen en het amphitheater die onze achtertuin te bieden heeft!