Waar de teen van de Montjuïc al eeuwen zijn kat en muis spel speelt met de Middellandse Zee bevindt zich NIEmandsland. Een miljoenen wereldstad kent zijn geheimen. En zeker deze Catalaanse stad waar het kasteel van Montjuïc tijdens de burgeroorlog en het Franco regime dienst deed als gevangenis, die velen nooit meer verlieten. De toeristendubbeldekkerbus met route west rijdt over de nieuw aangelegde infrastructuur uit 1992 ten behoeve van de Olympische Spelen, niet wetend dat zich hier op een steenworp afstand het ‘Wilde Westen’ bevindt. Daar waar de grond dor is en enkel cactussen kunnen ontspruiten, hebben de NIElozen zich verscholen. Zij schuwen het licht en pas bij het paarskleuren van de lucht of bij toenemende grijze nevel komen ze uit hun schuilplekken .
Ik ben op weg naar de andere kant van de berg. Daar ligt de Montjuïc berggraafplaats, gebouwd in 1883, geïnspireerd door o.a. Pere Lachaise in Parijs en met graven van de Catalaanse president Lluís Companys, Juan Miró en Ramon Casas. Deze keer wil ik de berg niet over, maar er omheen.
Per abuis raak ik van de gebaande paden en beland ik in het ‘schorriemorrie ’landschap. Er hangt een pis geur en het riekt er naar een mix van rotting en petroleum. Dat laatste komt door de kleine haven van Barcelona, het eerste door de vele illegale kleine afvalbelten met diverse curiosa. Opzoek naar een doorgang om de berg, blijk ik dieper en dieper te geraken in deze onderwereld. Hier gelden andere regels en ook al ben ik ook nog steeds NIEloos, ik voel me niet geroepen om hier te bivakkeren. Er staan her en der verkleurde iglotenten en gekunstelde hutjes. Ik hoor een zacht geritsel. Mijn hartslag schiet met elke stap minstens 5 slagen per minuut omhoog. Mijn ontdekkingslust en wil om het einddoel te bereiken vecht met mijn geweten, die alarmerend fluistert “het is hier niet veilig”. Ook nu niet met de zon in zijn zenit. Een angstzweetdruppel rolt langs mijn wenkbrauw. Ik blaas de aftocht. Terwijl ik onthutst nog twee keer over mijn linkerschouder kijk, klauter ik terug naar de door toeristen bewoonde wereld. Hoorde ik nu echt iemand? Met een opluchting laat ik de cactussen en afgrond achter, waarover ik al een waanvoorstelling had dat schizofrene moordzuchtige zwervers er mijn rug aan vast zouden pinnen. Met alle plezier begin ik aan de klim, recht over de top. Op naar de begraafplaats, waar ik vol leven en adrenaline een behoorlijke tijd later dan gepland aankom.
Kortom, de Montjuïc is een prachtige berg, maar ga niet op onderzoek in de afgrond.
Hola Lija!
BeantwoordenVerwijderenMooi geschreven! Dat wist ik dus helemaal niet... Zo zie je ma dat je zelfs na 9 jaar nog wat kan leren over de stad. Sowieso zijn er nog wel delen die ik niet en bijna elke maand of paar maanden leer ik er ook nog wel een woord of uitdrukking in het Spaans of Catalaans bij.
Groetjes,
Sam
hoi Lija,
BeantwoordenVerwijdereninderdaad mooie woorden en zinnen. Mijn fantasie gaat op hol, vooral vanwege de nieloze geluiden die niewezens zullen maken.
het ga je goed!
groetjes
ditte