Een stad leeft.
En dat wat leeft, dat is in beweging. Elk weekend zijn er weer talloze nieuwe
openbare kunstwerken te bewonderen. Soms van gevestigde namen, soms van
ontpoppend talent en soms simpelweg van humorvolle vandalen.
Vorige week is er
voor het eerst meer dan een half miljoen dollar betaald voor een ‘street art’ kunstwerk
van Banksy,
maar een van de moderne grondleggers van deze kunststijl is Keith Haring. Sinds
deze week is zijn werk “Todos juntos
podemos parar el Sida” (Gezamenlijk kunnen
we AIDS stoppen) te zien, dat in het kader van Cultureel Raval weer tot leven is
gebracht. In 1989 had Haring het zelf gecreëerd op een muur aan plaza
Salvador Seguí, maar het origineel moest wijken wegens de verbouwingen in
Raval ten behoeve van de Olympische Spelen in 1992.
De huidige plek, tegenover
het MACBA op Plaza Joan Corominas, is erg geschikt. Het zorgt voor interactie en laat de connectie met de moderne kunsten in
het museum zien. Tegelijkertijd heeft het werk ook een plek gekregen om de roep
van Haring weer onder de aandacht te brengen, want AIDS is helaas de wereld nog
niet uit. En bovenal brengt het de grauwe muur tot leven.
In bovenstaand
geval was er een kale muur beschikbaar, maar dit is niet altijd zo. Wat
nu als je toch een kleurrijke creatie wilt spuiten? Twee pilaren, wat cellofaan
en een ladder. Met deze materialen kun je elke plek omtoveren tot een
werkplaats voor ‘guerrilla artists.’ De stad zal deze variant vast op prijs
stellen, want het is eenvoudig te verwijderen. Mocht de kunstenaar ooit in
de voetstappen van Haring en Banksy stappen, is de tijdelijkheid van het werk
zonde.
Maar de klopjacht
van de gemeentelijke schoonspuitdienst is met name gericht op de vandalen, die
lukraak alles wat los en vast zit volspuiten. Ik geef ze gelijk als het
slechts gaat om gekrabbel, maar waarom ze moeite hebben met humor…
Geen opmerkingen:
Een reactie posten