Poble Sec
betekent letterlijk het droge dorp. Het werd na 1854 gebouwd, toen de stad uit
zijn voegen groeide en de geplande nieuwbouw, Ildefons zijn plan Ensanch voor
Eixample maar moeizaam tot stand kwam. De vele arbeiders en gelukszoekers
hadden onderdak nodig en daarom zijn ze vlak buiten de stadsmuur, tegen de
helling de Montjuïc gaan bewonen. Een plek zonder watervoorziening.
Ruim anderhalve
eeuw later is het een gemêleerde wijk tegen het centrum aan. Door de lagere
huurprijzen is het populair bij verschillende bevolkingsgroepen. Er is relatief
weinig nieuwbouw, waardoor de wijk wat authentieks heeft. De oude woningen
hebben echter ook tot gevolg dat er niet overal de juiste voorzieningen zijn.
Dagelijks lopen er mannen door de straat gasflessen te verkopen. Een
messenslijper fluit op zijn harmonica. Bij straatfonteinen worden jerrycans met
water gevuld. De kleine supermarkten bieden aan de goederen tot aan de deur te
bezorgen, want een lift ontbreekt vaak. De appartementen zijn klein en donker,
waardoor er op straat veel levendigheid is.
Het is er ook
levendig omdat barretjes floreren. En is het niet een bar, dan wel een
kapsalon. Ware swingkappers, die tot de late uurtjes open zijn en waar luide
muziek uit de boxen galmt. Een derde verzamelplaats is de wasserette. Want voor
velen is Poble Sec nog steeds een vrij droog dorp.
In de wasserette
worden roddels uitgewisseld of rustig de krant gelezen. Soms is het er zo druk
dat men buiten moet wachten. Zo ook een flink uit de kluiten gewassen man, die
in de hippie tijd is blijven hangen. In zijn vervaald door mottengaten
versierde haltertop en bloemetjesonderbroek ijsbeert hij ongeduldig voor de
etalage. De slechte planning is hem niet in de koude kleren gaan zitten. Het
was de eerste keer dat ik een niet relaxte hippie zag, waarschijnlijk omdat hij
bijna poedelnaakt was. Kennelijk maken kleren toch de man, zonder dat geen
vrijheid blijheid.