Sinds 2015 wonen we weer in Rotterdam, maar Barcelona is nooit ver weg.
Zijn het niet de verhalen, de herinneringen of de vrienden die daar nog wonen, dan is het wel het nieuws, het werk of nieuwe ontmoetingen met Barcelonezen. Daarnaast blijf ik romans lezen, die zich afspelen in deze betoverende stad: zie overzicht in rechterkolom met recensies.
Lija in Barcelona
zondag 17 januari 2016
woensdag 3 december 2014
Nog 32 wachtenden
De post, correos in het Spaans, is een bijzondere instantie met zijn eigen
dynamiek en tempo. Het doet in geen geval het werkwoord correr, dat in de stam
van het woord zit en rennen betekent, eer aan. Het is eerder giswerk naar de
snelheid van resultaat dat je op een goede afloop doet hopen.
Mijn zusje wacht al een maand op haar verjaardagskaart en ik kan nu enkel hopen dat het niet verloren is geraakt en dan maar op tijd is voor het volgende jaar. Om de onzekerheid van aankomst te beperken, stuur ik documenten per aangetekende post. Maar goed, dan moet ik naar het postkantoor.
Het maakt niet uit hoe laat, het maakt niet uit welke dag. Een tochtje naar het postkantoor kost tijd. Ik kom binnen en kan bij het nummertjesautomaat kiezen uit twee opties: ophalen of versturen.
Hier geen aardige buren, die een pakketje tijdelijk voor je bewaren. De postbode, die rond de klok van elf zijn ronde doet, kan dus de helft van de pakketjes, die aan werkenden zijn geadresseerd, weer mee terugnemen naar het depot. En die werkenden kunnen zich dan massaal na werktijd richting het depot snellen om het op te halen. Na een aantal keer het knopje ‘ophalen’ ingedrukt te hebben, was het duidelijk dat dit zo veel mogelijk beperkt moet worden. Van fouten leer je en de laatste tijd lieten we pakketjes op het werk bezorgen.
Dit keer druk ik het knopje versturen in. Er wordt een klein blaadje uitgespuugd met nummer A0145. Als services staat eronder: de rij bestaat uit 32 personen. De zaal is propvol en ik besluit mijn beurt buiten af te wachten. Er staat een bankje met uitzicht op de ingang, zodat ik een beetje in kan schatten hoe snel, of langzaam, het gaat.
Af en toe komt er iemand naar buiten met zijn neus in een brief of een pakketje uitpakkend. De afvalbakken staan strategisch opgesteld. Keurig wordt het karton in de grijze bak gegooid en het plastic in de blauwe. Recyclen is hier met de paplepel ingegoten. Maar al deze mensen mag ik niet in mindering van de wachtrij brengen, want zij hadden het 'B' ophaalnummer.
Ondertussen wordt het steeds drukker naast me op het bankje. Het blijkt dat ik op het bankje van de lokale hangouderen van Sant Antoni zit. Eerst zaten er twee te keuvelen, toen kwam er nog een met een stok, vervolgens een met een knot. In de verte zie ik er een met een keffertje naderen. E is duidelijk geen plek meer voor mij. Ach ja, het werd toch de hoogste tijd om eens polshoogte te nemen. Het bord staat op A 0139. We zijn er bijna.
Mijn zusje wacht al een maand op haar verjaardagskaart en ik kan nu enkel hopen dat het niet verloren is geraakt en dan maar op tijd is voor het volgende jaar. Om de onzekerheid van aankomst te beperken, stuur ik documenten per aangetekende post. Maar goed, dan moet ik naar het postkantoor.
Het maakt niet uit hoe laat, het maakt niet uit welke dag. Een tochtje naar het postkantoor kost tijd. Ik kom binnen en kan bij het nummertjesautomaat kiezen uit twee opties: ophalen of versturen.
Hier geen aardige buren, die een pakketje tijdelijk voor je bewaren. De postbode, die rond de klok van elf zijn ronde doet, kan dus de helft van de pakketjes, die aan werkenden zijn geadresseerd, weer mee terugnemen naar het depot. En die werkenden kunnen zich dan massaal na werktijd richting het depot snellen om het op te halen. Na een aantal keer het knopje ‘ophalen’ ingedrukt te hebben, was het duidelijk dat dit zo veel mogelijk beperkt moet worden. Van fouten leer je en de laatste tijd lieten we pakketjes op het werk bezorgen.
Dit keer druk ik het knopje versturen in. Er wordt een klein blaadje uitgespuugd met nummer A0145. Als services staat eronder: de rij bestaat uit 32 personen. De zaal is propvol en ik besluit mijn beurt buiten af te wachten. Er staat een bankje met uitzicht op de ingang, zodat ik een beetje in kan schatten hoe snel, of langzaam, het gaat.
Af en toe komt er iemand naar buiten met zijn neus in een brief of een pakketje uitpakkend. De afvalbakken staan strategisch opgesteld. Keurig wordt het karton in de grijze bak gegooid en het plastic in de blauwe. Recyclen is hier met de paplepel ingegoten. Maar al deze mensen mag ik niet in mindering van de wachtrij brengen, want zij hadden het 'B' ophaalnummer.
Ondertussen wordt het steeds drukker naast me op het bankje. Het blijkt dat ik op het bankje van de lokale hangouderen van Sant Antoni zit. Eerst zaten er twee te keuvelen, toen kwam er nog een met een stok, vervolgens een met een knot. In de verte zie ik er een met een keffertje naderen. E is duidelijk geen plek meer voor mij. Ach ja, het werd toch de hoogste tijd om eens polshoogte te nemen. Het bord staat op A 0139. We zijn er bijna.
dinsdag 25 november 2014
El Nacional
Het afscheid
nemen is begonnen en reeds met nostalgie lopen wij langs de bekende geroemde
straten. Nog even een blik werpen op de kustlijn, de geuren opsnuiven in de
Boqueria en de kerstetalages van de Passeig de Gracia bewonderen. In twee jaar
tijd is de stad vertrouwd. Elke steeg is bewandeld of doorkruist met de bicing.
De stadsplattegrond ligt al tientallen maanden te verstoffen. Barcelona heeft
ons verwarmd en vermaakt, maar het dynamische Rotterdam lonkt.
Toch staat ook
Barcelona niet stil. Ik heb met gemengde gevoelend geschreven over de
ontwikkelingen van het innovatieve
ecosysteem. Is het een bubbel? Knapt het spoedig of kan het aan de
verwachtingen voldoen? De stad is in elk geval een ster in promotie en het
aantrekken van verschillende initiatieven en evenementen. Zo ook op het gebied
van stadsontwikkeling. Hoewel de grootste aandacht uitgaat naar de ‘Smart City’
en hoe met ‘Big Data’ de burgers ‘beter’ bediend en gecontroleerd kunnen
worden, blijft de toeristische sector ook investeren in fysieke locaties.
Een prettige
verassing is El Nacional. Niets vermoedend over de Passeig de Gracia lopend,
blijkt er opeens bij nummer 24 leven in een doodlopend straatje. Voorheen was
het er wat guur en duister. Er stond een vervallen garage. Wat zou er aan de
hand zijn? We naderen een klassiek pand waar in kapitelen ‘EL NACIONAL’ staat.
Door de ramen zien we dat het binnen een gezellige drukte is. Zodra je de
entree instapt, voel je je opgenomen in een levendig decor waar 770 personen
borrelen. De oorspronkelijke bestemming van modernista café/ theater is teruggeven
aan het gebouw. Het adagium is creativiteit en kwaliteit. Door de open indeling
voelt het als een groot grand café, terwijl er verschillende culinaire mogelijkheden
zijn: oesterbar, wijnbar, tapas, cocktail, bierbar, brasserie en delicatessen. Het is zo nieuw, nog geen maand oud, dat je met name Spaans en Catalaans hoort.
De toeristen hebben hun weg hierheen nog niet gevonden, maar het zal niet lang
meer duren voor dit in de top 10 lijstjes van reisgidsen komt te staan.
De naam van dit
complex past bij de huidige roerige nationalistische tijd. Met El Nacional kan
ieder zijn eigen interpretatie geven. Het multifunctionele karakter zorgt
ervoor dat ieder een prettige passende gastronomische ervaring heeft. En een
mooie bijkomstigheid, dit multifunctionele gebouw voorziet in 200
arbeidsplaatsen. Kortom, een prachtige aanwinst voor de stad en ik blij dat ik
deze op de valreep nog even mee heb kunnen pikken.
vrijdag 10 oktober 2014
Niet in de koude kleren zitten
Poble Sec
betekent letterlijk het droge dorp. Het werd na 1854 gebouwd, toen de stad uit
zijn voegen groeide en de geplande nieuwbouw, Ildefons zijn plan Ensanch voor
Eixample maar moeizaam tot stand kwam. De vele arbeiders en gelukszoekers
hadden onderdak nodig en daarom zijn ze vlak buiten de stadsmuur, tegen de
helling de Montjuïc gaan bewonen. Een plek zonder watervoorziening.
Ruim anderhalve
eeuw later is het een gemêleerde wijk tegen het centrum aan. Door de lagere
huurprijzen is het populair bij verschillende bevolkingsgroepen. Er is relatief
weinig nieuwbouw, waardoor de wijk wat authentieks heeft. De oude woningen
hebben echter ook tot gevolg dat er niet overal de juiste voorzieningen zijn.
Dagelijks lopen er mannen door de straat gasflessen te verkopen. Een
messenslijper fluit op zijn harmonica. Bij straatfonteinen worden jerrycans met
water gevuld. De kleine supermarkten bieden aan de goederen tot aan de deur te
bezorgen, want een lift ontbreekt vaak. De appartementen zijn klein en donker,
waardoor er op straat veel levendigheid is.
Het is er ook
levendig omdat barretjes floreren. En is het niet een bar, dan wel een
kapsalon. Ware swingkappers, die tot de late uurtjes open zijn en waar luide
muziek uit de boxen galmt. Een derde verzamelplaats is de wasserette. Want voor
velen is Poble Sec nog steeds een vrij droog dorp.
In de wasserette
worden roddels uitgewisseld of rustig de krant gelezen. Soms is het er zo druk
dat men buiten moet wachten. Zo ook een flink uit de kluiten gewassen man, die
in de hippie tijd is blijven hangen. In zijn vervaald door mottengaten
versierde haltertop en bloemetjesonderbroek ijsbeert hij ongeduldig voor de
etalage. De slechte planning is hem niet in de koude kleren gaan zitten. Het
was de eerste keer dat ik een niet relaxte hippie zag, waarschijnlijk omdat hij
bijna poedelnaakt was. Kennelijk maken kleren toch de man, zonder dat geen
vrijheid blijheid.
Abonneren op:
Posts (Atom)