donderdag 29 augustus 2013

Spionagepraktijken?

Als de temperatuur een beetje zakt en de zon minder fel schijnt, ren ik mijn rondje om de Montjuïc. Langs de prachtige parken, het MNAC, het Miró museum, het openluchtzwembad van de Olympische spelen uit '92 en tot aan de Miramar. Een fantastisch uitzichtpunt, van waar je alle andere bezienswaardigheden van Barcelona kunt zien. De zee, het strand, het symmetrische statenplan van Eixample, de torens van de kathedraal, Sagrada familia,Tibidabo en het gekrioel van de miljoeneninwoners en toeristen. Adembenemend!

Ik ren de hoek van de Miramar om met een hartslag van 153 en telkens maakt mijn hart een klein sprongetje als de stad zich zo voor me ontbloot. Omdat ik er geen genoeg van krijg en toch kilometers in de benen wil hebben, ren ik meerdere malen het rondje voor de Miramar. Miramar is ook de naam van het hotel dat hier tegen de berg opklimt. Terrassen van kamers, met brede balkons en dat waanzinnige uitzicht waar de vijfsterren genieter met genoegen zijn centen aan uitgeeft.

Een verhitte mannenstem schreeuwt tegen de lucht. Als ik dichterbij kom, zie ik dat hij in zijn linkerhand een telefoon vasthoudt. Hij heeft de sneeuwwitte badjas van het hotel aan en staat pontificaal op zijn balkon dingen te regelen. Ik zie dat hij behoorlijk gebruind is, maar dat kan ook het effect zijn van de witte badstof. Dan is hij uit mijn beeld, door een hoge boom. Daaronder zit een man, die wel wat charme van de hotelbezoeker zou kunnen gebruiken. Mager, grauwe kleren en een bijna transparante gelaatskleur. Hij is aandachtig aan het schrijven. Zou hij misschien een schrijver zijn? Zou dit uitzicht hem de inspiratie geven om woorden op papier te toveren? Ik adem goed de prettige bloesem geur in en ren de bocht om om daarmee het tafereel voor even achter me te laten.

dinsdag 20 augustus 2013

Parkietuitlater

Je laat je hond uit, omdat je niet een huis vol drollen wilt. Sommigen nemen hun kat mee naar het park, omdat de hele week opgesloten in een appartementje zo zielig is. Een enkele heb ik wel eens een konijn zien uitlaten. Hup hup erachteraan. Maar ik heb nooit eerder een parkietuitlater gezien.

Het is een gepensioneerde manke man. Hij komt uit de buurt Clot en legt zijn dagelijkse route af. In één hand een wandelstok, in de ander over zijn schouder een afgebroken antenne. Op de aftakkingen zitten twee groene parkieten te keuvelen. Aangekomen bij een bankje ploft de man vermoeid neer. De antenne zet hij even rechtop en als van een ladder klimmen de gevleugelden naar beneden. Op de grond lopen ze vrij rond, terwijl het baasje met een buurman de roddels van de dag bespreekt. Rustig doorzoeken de parkieten de zone rondom het bankje op broodkruimels. Vervolgens wroeten ze wat in de aarde rondom de plataan. Op het moment dat ze onder mijn tafel dribbelen opzoek naar een verspilde patata brava, roept het baasje. Stemloos. Hij tikt met de antenne op de grond en de vogeltjes kijken teleurgesteld op. Nu al? Oke, mokkend en met de kop tussen de poten waggelen ze terug. De antenne gaat weer over de schouder en de man strompelt uit het zicht.




zaterdag 17 augustus 2013

Provinciejongen

Uit in de grote stad. Naar een festival. Met veel harde muziek. In de brandende zon, zodat je kleren van je lijf smelten. Hoe bloter, hoe beter. Niet voor niets zit je hele lichaam onder de tatoeages. Ik zie je rechteronderbeen, rechterbovenarm en je linker pink. Maar vast en zeker zet het zwart-vlees patroon zich ook voort op je borst, schouderblad en misschien ook bips.

Je wilt uit je dak gaan. Seks, drugs en rock ‘n roll. Zo heet dat nu niet meer, maar dat is wel wat je in de grote stad gaat doen. Je zwarte heuptas zit vol met pilletjes. Genoeg om door te reizen naar de filistijnen. Of om te delen met je prooi. Want seksen ben je van plan, maar wel veilig. Twee handjes vol condooms in gouden verpakking draag je mee, in dat foeilelijke tasje. Dat je daarmee naar het festival gaat, dat past niet bij je hippe pata’s, je broek op half zeven en je sik. Daar kom je alleen in de provincie nog mee weg.

Ik heb ze samen met je geteld. Het zijn er 12. Waarom zou je er 12 hebben uitgekozen? Ga je voor een weekend: erin en eruit? Je zit al vier uur in de trein met je voet te wippen op de muziek uit je koptelefoon, die ik niet hoef te horen, maar dank dat je het vrijelijk deelt. Of ga je voor de hele week, zoals je pilletjes doen vermoeden? Ja, ook die heb ik meegeteld. Je legde ze ook zo mooi op de opklaptafel, op een rijtje. Drie in een gele verpakking, zes in blauw en dan nog een strip van 8 in wit. Dat kunnen natuurlijk ook aspirientjes zijn, want je moet goed voorbereid zijn op reis. Ik moet denken aan Blue Magic. Heb jij contact met de Spaanse gangsters?

vrijdag 9 augustus 2013

Metro X: Snoepje

Stiekem kijkt het oude dametje over de bovenkant van haar montuur. Ze gluurt naar links en naar rechts om vervolgens haar blik op haar licht trillende handen te richten. Ze trillen niet van ouderdom, eerder vanuit een aandrang, naarstig opzoek naar een voorwerp in het tasje.

Ik zou kunnen zeggen tas, maar bij dit dametje hoort alles met een -tje of -je. Haar tengere kleine lengte, haar geknotte haar, haar bloemetjesjurk, het leren tasje dat menig decennia heeft meegemaakt en als kers op het plaatje de witte sandalen waar de iets te donkere steunkous doorheen schijnt. Aandoenlijk.

Haar ranke vingers betasten het gewilde voorwerp en gaan vliegensvlug te keer om het van zijn harnas te ontdoen. Opnieuw die geniepige blik. Kijkt er iemand naar me? Nog voordat het cellofaan geheel los gewikkeld is, wordt de toffee naar de mond gebracht. Hap. Verdwenen achter de dunne roze lippen. Het rode papiertje dwarrelt terug in het tasje. De oogjes knijpen zich fijn en het genot straalt van de dame af. Even zie je haar weghuppelen uit Lijn 3 en in haar bloemetjesjurk rond dwarrelen door de alpenweide met boterbloemen en klaprozen. Zo aardbei cacao zoet. De toffee zit gevangen in de opbollende rechterwang. Na een paar rondjes van de zaak verdwijnt het langzaam in de linkerwang en dan uit het zicht. Slik.

Zucht.

Het genot was toch wel van korte duur.

Stiekem kijkt het oude dametjes weer over de bovenkant van haar montuur. Nog eentje dan, zie je haar denken.

maandag 5 augustus 2013

Metro IX: Waaiers

Het is augustus en daarmee officieel hartje zomer. Kantoren en winkels sluiten om op hun deur enkel een briefje achter te laten met ‘cerrado por vacaciones hasta 3 septiembre’. Gesloten voor een hele maand! Waarom zo lang? Omdat de stad vanwege hitte, uitputting en geuroverlast op non-actief staat. Wie even kan, vertrekt naar de bergen. Of verkiest in elk geval gekoeld transport in plaats van de benenwagen. De straten zijn verlaten, op de tienduizenden toeristen na dan.

In de metro is het heerlijk koel, dankzij de goede airco. Op het heetst van de dag is over straat lopen geen optie. Je wordt weggebrand. Beter de ondergrondse in… hoewel, de eerste stappen geven je het idee dichterbij het vagevuur te komen. Het broeit onaangenaam in het ondergrondse gangenstelsel. De geuren verscheuren je gedachten en doen je alleen realiseren dat zweten het enige is dat verkoeling kan brengen. Iedereen is eraan onderhevig. De korte periodes waarin de metro’s elkaar opvolgen voelen als een eeuwigheid. In drie minuten transformeer je in een gesmolten pakje boter. Kleine plasjes ontstaan rondom voeten. Alleen de vergeten oude Catalaanse vrouwtjes ondervinden geen last. Zolang hun polsen niet door artrose aangetast zijn, zwaaien ze erop los met hun waaier. Gedoemd in Barcelona te overzomeren, zijn ze in elk geval goed voorbereid.


Als de deuren opengaan en men de helverlichte coupe instapt, slaakt ieder een zucht ter verademing. Vijf haltes heerlijke koelte. Dan gaat de tijd opeens heel snel en sta je alweer buiten. Nog voordat de trap beklommen is en de zon haar eerste straal op je loslaat, glijdt er al een zweetdruppel over je kuit. Gelukkig is niet iedereen met vakantie. De Pakistanen weten dat het crisis is, of dat de meeste toeristen nu de stad aandoen, of hebben geen ander alternatief. Zij blijven, buiten het zicht van de politie, op het heetst van de dag handeldrijven. Bij de uitgang van de metro hebben zij hun waar uitgestald. Waaiers, in alle kleuren en maten. Lange leve de illegale economie. Op de terugweg ben ik in de ondergrondse ook ‘bewaaierd’.