zondag 22 december 2013

Sportief Barcelona

In Barcelona hoeven ze niet bang te zijn voor extra kilo’s tijdens de kerstdagen. Afgelopen week werd bekend dat de stad is verkozen tot 2de top stad voor sport, net na Londen. Criteria bestonden uit sportevenementen, sport faciliteiten en de sportende bevolking.

Barcelona is een voorbeeld van hoe de Olympische Spelen een stad positief kunnen veranderen en beïnvloeden. Het jaar 1992 geldt als een omwenteling van de stad en de top toeristische plek heeft de stad onder andere te danken aan de stranden, accommodatie en goede infrastructuur die ter gelegenheid van de Spelen gebouwd zijn.  Niet voor niets werd het WK zwemmen dit jaar weer in hetzelfde sportpaleis gehouden.

Naast voorzien in faciliteiten, doet de stad er ook alles aan om de mensen gezond te houden.
Eerder al schreef ik over het mooie fietssysteem, de Bicing. Ook is er in elke buurt een buurtcentrum met een lijst aan gereduceerde sportactiviteiten. Wat echter echt populair is, is rennen. Het is een ware religie. Op elk moment van de dag, elke dag van de week. En op zondagen net een beetje meer. Maandelijks zijn er grote renwedstrijden, waar de stad zijn hand niet voor omdraait. Moet de levensader Corts Catalan of Parallel even dicht? Voor duizenden renners doen ze dit graag.

Sommige wedstrijden zijn puur sportief (bv. Marathon en Collserola), sommige verbroederend (Cursa la Mercé en cursa Bombers) en andere uiterst ludiek; de Buff Epic Run. Bij ons in de achtertuin, boven op de Montjuïc. Het credo van de wedstrijd: Flat is Boring – Change Your Attitude. Nou, we hebben het geweten. Hooibalen, modderpoelen, tractorbanden, prikkeldraad en touwtje klimmen. Naast de talloze kunstmatige hellingen waren er 15 hindernissen op het parcours om de 2500 merendeels verklede deelnemers goed te laten zweten.


Tot slot natuurlijk het aangename weer. In de zomer is het strand één groot volleybalnet en in de winter blijft het heerlijk om buiten te sporten. In deze tijd van het jaar hoort natuurlijk ook de Nieuwjaarsduik. Hoewel het nog steeds een beetje bibberen zal zijn, met 15 graden buiten en de zee zo rond de 16,5 graden is het een stuk aangenamer dan de Noordzee, die nu onder de 10 graden zakt. Kortom, zo’n Nieuwjaarsduik zou je ook nog als gezonde actie in kunnen zetten om de kerstpondjes snel weer te verliezen.

donderdag 28 november 2013

Bicing

Voordat je deze post gaat lezen, raad ik je aan om dit liedje op de achtergrond zachtjes mee te draaien.

In navolging op het beroemde Velíb fietsenplan van Parijs, heeft ook Barcelona haar eigen fietssysteem. Sinds 2007 zie je Barcelonezen op wit-rode fietsen door de stad crossen. Een verschil is dat de Bicing alleen voor inwoners is, of beter gezegd, NIE bezitters. Vaak zie je toeristen geïnteresseerd bij de stallingstations staan. Opzoek naar informatie. Maar helaas, tientallen fietsverhuurders (merendeels Nederlands) verdienen hun brood met toeristenritjes.

De stations staan verspreid door de stad op een afstand van drie blokken. Een goede dekking. De Bicing is een manier om de stad ‘groener’ en ‘duurzamer’ te maken en wordt daarom gesubsidieerd. Voor minder dan €50,- per jaar kun je dag en nacht een fiets pakken. Dat het systeem populair is, blijkt wel uit het feit dat het per dag ca. 47.000 keer gebruikt wordt ofwel door 3% van de inwoners.


Dit betekent ook dat je soms voor een lege stalling staat. Vooral rond spitstijd en in hoger gelegen wijken. Men wil graag naar beneden rollen, maar niet naar boven trappelen. Als je een afspraak hebt en rekent op de Bicing betekent dat soms een onaangename verrassing. Of als je aan komt rijden en alle stations zijn bezet: geen plek om de Bicing weg te zetten. Balen. Maar als je de tijd hebt, dan loop je een blokje om en kom je langs de prachtigste Modernisten gebouwen. Elk nadeel, heb zijn voordeel.  Niet dan?


Afgelopen week regende het. Verlaten straten. Fietsen door de regen? Nee, daar bedankt de gemiddelde Barcelonees voor. Maar gewapend met regenkleding of de Hollandse Senz paraplu heb ik het rijk alleen. Bicing in overschot beschikbaar!  Op zulke moment is het een vlekkeloos systeem. Hulde!

zondag 24 november 2013

De NIE-bureaucratie II

Bijna een jaar geleden schreef ik het stuk ‘bekend terrein.’ Tot op heden heb ik nog steeds geen NIE. De regels zijn meerdere malen veranderd en het proces heeft veel weg van een vicieuze cirkel. De regels zijn minimaal twee keer veranderd, het NIE kantoor is verhuisd en men moet van te voren een afspraak maken. Dat laatste biedt hoop. Ik houd een papiertje in mijn hand met bevestigingsnummer, adres, tijdstip (13:06)en mijn naam. Voor de zekerheid arriveer ik een kwartier eerder, je weet maar nooit.

De portier streept mijn naam van de lijst en ik krijg een nieuw nummer: A78. De A staat voor inschrijven. Op het omroepbord staat nummer A62. Ik was even vergeten in Spanje te zijn. Een afspraak voor een tijdstip betekent nog niets.

Daar zit ik dan. In een wachtruimte met 80 zitplekken, waarvan ruim 75% bezet is, in een politiekantoor ergens in een troosteloze buitenwijk, want ook die bestaan in Barcelona. Kennelijk nog zat mensen die in het door de crisis getroffen Spanje willen wonen.

Tegenover me acht tafels met ambtenaren. De bewakers van het recht op een NIE. Tsjik-tsjak, een stempel. Piep, een volgend nummer. Dit gaat allemachtig langzaam en de klok tikt de tijd weg.

Rond 13:45 wordt de deur op slot gedaan. Om 14uur is het lunchtijd. En dat is heilig. De beambten kijken nors de zaal in. Er zitten nog wel heel veel NIE-lozen in de zaal. Ik loop angstig langs de balie: “word ik nog wel geholpen?” “Iedereen die binnen is, komt aan de beurt. Maar je NIE krijg je vandaag niet meer, want het B-nummer voor afgifte krijg je vandaag niet meer.” Zucht.

Om 14:17 is het dan eindelijk mijn beurt. Het Spaanstalige contract doet wonderen. Alle moeilijke vragen en ongeschreven regels blijven achterwegen. Tsjil-tsjak op mijn aanvraagformulier. Ik krijg een rekening van €9.27 mee om bij de bank te betalen. Daarmee kan ik volgende week het NIE-nummer ophalen.

Ik denk aan de belastingdienst. Ze hadden het zoveel makkelijker kunnen maken. Wat een opgave om ervoor te zorgen dat je een nummertje hebt waarmee je belasting kan betalen.

maandag 4 november 2013

Trukendoos

Voor een schrijfwedstrijd van Ebookuitgeverij heb ik het verhaal TRUKENDOOS geschreven. De opdracht was: ''Zorg dat de lezer in maximaal 1500 woorden uw meeslepende verhaal, waarin passie, avontuur, romantiek, drama en erotiek zich voltrekt in het bijzijn van de zomerschoenen beleeft." Het verhaal is verplaatst naar een Nederlandse omgeving, vanwege de opdracht en doelgroep, maar is deels gebaseerd op een bijzondere warme augustus avond in de carrer Blai, waar ik rustig keuvelend met een vriendin op een terras zat totdat iemand zich bij ons aansloot.  Hieronder mijn bijdrage. Ik hoor graag je reactie!

Trukendoos

Het kan Eva niets schelen dat Bram en Peter straks in koor zullen roepen: “zo mevrouwtje, nemen we de middag vrij?” Ze schakelt haar computer uit, ordent de papieren, aarzelt even of ze nog wat extra leeswerk in haar aktetas zal stoppen om dit uiteindelijk toch te doen en is klaar voor het zomerse weekend, waar ze zo naar verlangt. En inderdaad, de bariton stemmen heffen aan als Eva een kort “fijn weekend” roept en in de lift verdwijnt. Ze moet haast maken, want ze had al tien minuten geleden bij Emma op het Plein willen zijn.

De vriendinnen hebben elkaar al een tijdje niet gezien en het is de hoogste tijd om bij te praten, maar ook om hun ‘prijs’ in de markt te peilen. Het belooft een zwoele zomeravond te worden. Eva had vanochtend drie jurkjes gepast en uiteindelijk voor een vrolijk bloemetjes design gekozen met bijpassende nieuwe roze zomerschoenen, waarvan de hakjes nu trip trap klinken op het pad. Op het overvolle terras van café de Eeuwige Jachtvelden ziet ze Emma aan haar eerste rosé. Emma heeft voor de gelegenheid een luchtige rode wikkeljurk aan, waarin haar boezem extra geaccentueerd wordt. Verontschuldigend ploft Eva neer en gooit haar volle aktetas, waarvan ze nu al weet dat de leesstukken pas maandagochtend weer het daglicht op kantoor zien, in de lege stoel. Al snel staat er ook voor Eva’s neus een heerlijk heldere verkoeling en gaan de vriendinnen op in elkaars verhaal.

Krap een kwartier later verschijnt er een goed uitziende man voor hun tafeltje. “Zouden jullie het erg vinden als ik een drankje met jullie nuttig? Ik ben hier om mijn petekind te verrassen met een bezoek, maar ze zijn nog niet thuis. Ik ga het straks nog een keer proberen, maar lust nu wel een biertje en zie dat deze stoel nog vrij is.” De vrouwen wisselen snel een blik. Ja, aantrekkelijk is de man zeker. Zijn gespierde lijf wekt feromonen los. En dat petekind verhaal maakt hem ook nog eens aandoenlijk. “Dat is inderdaad het risico van onverwachts bezoek. Neem plaats. Ik ben Emma.” Eva grist haar aktetas van de stoel en strijkt met haar andere hand haar jurk glad. Verlegen kijkt ze op in donkerbruine ogen. “Eva”. “Leo, het is me een genoegen.”

maandag 28 oktober 2013

Collserola

Een goede training, prachtig weer en ook nog een extra uur slaap cadeau. Alle ingrediënten voor een mooie zondagse renwedstrijd. Dertien kilometers door de heuvels van het Collserolagebergte dat Barcelona van het achterland scheidt. 

Fanaten uit verschillende wijken hadden zich verzameld bij het vals platte startpunt. In blokletters staat op mijn zwarte rugnummer: Cursa Corta. Naast me bij de warming up staat een man met een wit nummer: gelijktijdig wordt over deels hetzelfde parcours ook een halve marathon gelopen. Dat is iets voor later, mijmer ik.

Het is een typisch Spaanse wedstrijd. De wegen zijn niet afgezet. Weg wordt afgewisseld met trappetjes. De groene vlaggetjes, die de weg moeten aanwezen, springen niet altijd in het zicht. De paadjes zijn af en toe amper breed genoeg om er een atletisch persoon doorheen te laten. Je moet je een weg door het overwoekerend groen banen. Dit alles is funest voor een goede tijd, maar doet de moed nog niet in de schoenen zakken.

Wat dat wel doet, is de stijging. Vooraf had ik gelezen dat er in totaal 450m hoogteverschil in het parcours zit. Als Nederlander, kan ik me daar niet goed een voorstelling bij maken. En al helemaal niet over de wijze van stijging: in U bochten, linea recta of heel geleidelijk (dat was eigenlijk wat ik gehoopt had).

Nu kan ik zeggen, de naam Corta doet de kracht inspanning behoorlijk te niet. Halverwege de race bevonden we ons boven op de berg. Ver boven het topje van de Montjuïc. De hele stad was te overzien. De cruiseschepen op de zee. De wijngaarden in het verre achterland. Een prachtig uitzicht om van te genieten, als je niet een koor aan hijgers en zuchters om je heen hoort, die je pijnlijk doen beseffen dat je hier niet om te relaxen bent.

Ergens over de helft staat een vrijwilliger de weg aan te wijzen. Met een grote glimlach probeert hij een hart onder de riem te steken: “Nog maar een klein beetje stijgen, dan begint de daling!” Ik krijg een paniekaanval. Nog meer stijgen? Ons vlak land kent geen heuvels, laat staan deze steile beproevingen. Mijn bovenbenen zijn loodzwaar, mijn kuiten verzuurd en mijn gedachten niet bevorderlijk. Hartslag is ruim boven de 180. “Extreem gedoe!” Ik wil me niet aanstellen, maar dat gaat ’s man kracht toch ten boven? Gelukkig was ik niet de enige. De helling was zo steil dat lopen gewoon sneller gaat. En zo werd de renwedstijd een uithoudingswedstrijd. Iedereen in de loopstand op de helling en in sprintstand op de vlakkere gedeelten.

Nog nooit waren mijn spieren zo blij met de finish. Ammenooitniet een halve marathon door de Collserola.

maandag 21 oktober 2013

Gestrand

Voor een schrijfwedstrijd van het blad Azra Magazine heb ik het verhaal GESTRAND geschreven. De opdracht was: 'zet je beeld van ‘halfvol of halfleeg’ om in een prachtverhaal, waarmee je alle lezers een spiegel voorhoudt. Is een glas halfvol of halfleeg? Het antwoord hierop bepaalt hoe je (personage) naar de wereld kijkt. Het zet aan tot nadenken en daarmee hopelijk ook tot prachtige verhalen.' Hieronder mijn bijdrage. Ik hoor graag uw reactie!

Gestrand

Gelukkig is Bill 20 kilo afgevallen, want het bankje zucht en kraakt onder zijn gewicht. De conditie van Bill laat nog immer te wensen over. Hij is blij dat zijn voeten even van de vloer kunnen. De palmboom was te ver van de bank geplant of andersom de bank te ver van de palmboom geplaatst. Jaloers werpt Bill een blik op de rode kater die onder verkoeling van de schaduw bezig is aan zijn avondtoilet. Het is even na zevenen dus het duurt nog wel voordat de zon achter de Barceloneze herenhuizen verdwijnt. Bill aast op een stoel op het terras van restaurant San Juan, dat zou wat comfortabeler zijn. Hij hoopt dat het krakkemikkige hout het tot die tijd houdt en zijn derrière zich spoedig kan laven in het rode pluche. Voorlopig zit er niets anders op dan zich verlekkeren vanaf een afstand, want Bill heeft, op de palmboom na, vlekkeloos zicht op het terras. En het strand daarachter. Bill kijkt voor de twintigste keer in het afgelopen uur naar zijn horloge. ‘Ze had er allang moeten zijn’, verzucht hij. Het was de bedoeling dat Bill slechts voor één dag in Barcelona zou zijn tijdens zijn grand tour d’Europe. Maar hij raakte de weg kwijt en daarmee zijn vervoer naar Rome. Die dag voelde als een decennium geleden, maar was slechts vorige week.

Er heerste een hittegolf en het leek of heel de wereld zich verzameld had op het strand. Bill mengde zich tussen twee groepen van vrouwelijk schoon. Beide spraken hem onbekende talen. De stemmen klonken zoet en kabbelden zo regelmatig dat het ideaal omgevingsgeluid was in harmonie met de golven in de branding. Bill wilde deel uitmaken van hun symfonie. De onverwachte bariton zijn die de compositie complementeert. Waar had hij de meeste kans van slagen? Links. Rechts had een vrouw net haar topje uitgedaan. Bij voorbaat gedoemd om als gentleman over te komen, want dat stukje stof zonder inhoud op het zand was het teken ‘ik wil niet gestoord worden.’ Links waren drie meisjes. De leeftijd is tussen twintig en dertig moeilijk te schatten, maar Bill was open voor alles. Slapen op het strand is romantisch. Met een vrouw erbij, als het even kon, zou het plaatje compleet maken. Hij had een lichte voorkeur voor de vrouw met het hemels blauwe badpak en een grote moedervlek op haar schouder in de vorm van een vliegende kolibrie. De anderen noemden haar Mónica.


vrijdag 11 oktober 2013

Date

De trein rijdt station Gualba binnen. Met een gelukzalige uitdrukking kijkt de oude man door het raam naar buiten, waarin zijn kale hoofd en grote montuur reflecteren. Hij tuurt inspannend en probeert binnen en buiten te onderscheiden. Zijn uitdrukking slaat om in lichte paniek als het treinstel even later weer in beweging komt. Er is iets mis gegaan!

Knokige vingers grijpen naar een oud Nokia toestel, waarvan de knopjes niet geschikt zijn voor trillende bewegingen. Terwijl hij onrustig en wat gefrustreerd priegelt, stapt er een oudere dame de coupe binnen. Verlegen gaat ze tegenover hem staan en tikt hem op zijn schouder. Nog voor hij overeind is gekomen om twee kussen op de rode wangetjes te drukken, is zijn gezicht weer een en al gelukzalig. Met een zucht van verlossing moffelt hij het mobieltje weg in zijn broekzak.

Parmantig zitten de twee bejaarden tegenover elkaar en wisselen complimenten uit.
- Is dat een nieuwe jas? Wat een mooie stof!
- Ben je naar de kapper geweest?
Verlegen plukt ze wat aan haar haar en knikt instemmend.
De prille verliefdheid slaat van het paar af. Ze hebben een date. Niet de eerste, maar doorgewinterd zijn ze zeker niet.

Na wat meer beleefdheden en kort de actualiteiten te hebben doorgenomen, haalt de man een opgebolde envelop uit zijn binnenzak. Gewichtig, met twee handen overhandigt hij het. In de ogen van de man veel te langzaam, maar in wezen heel gracieus, scheurt ze de envelop open. Er zit een simpele niet pretentieuze ketting in. Voor haar. Glinsteroogjes van trots als hij ziet dat zij zijn geschenk gelijk omdoet.

Ongemakkelijk begint zij in haar tasje te wroeten en haalt er verlegen een zak met gekeurde blokken uit.
“Jij hebt een afwasmachine,” zegt ze een beetje beschaamd, “ik dacht dat je hier wel wat aan hebt.” Afwastabletten, die de Lidl van de week bij iedereen als actie heeft laten bezorgen. Hartelijk neemt de man de attentie in ontvangst en bergt op bij zijn hart. “Gracias cariño.”

In Girona zie ik ze uitstappen. Hij steekt haar een trouwringloze hand toe. Zij neemt hem scheutig aan en laat hem na het uitstappen niet los. Gearmd verdwijnen ze in de middeleeuwse straten waar de verkenning in hun liefde verder vorm zal krijgen.

zondag 6 oktober 2013

Metro XI: Heel veel tattoos

Tussen de sardientjes in blik krioelen slangen, draken en andere monsters van inkt over bicepsen en tricepsen. Het duizelt voor mijn ogen. Mijn medereizigers zijn bont en blauw uitgeslagen met creaties of met Chinese, Keltische of ‘ ik weet niet wat voor’ tekens. Jongens en meisjes. Twintigers, dertigers en een verdwaalde veertiger. Van top tot teen. Oorlel, nek, vingerkootje, elleboog, bovenbeen, kuit…geen enkel plekje huid wordt ontzien.

Het is me al eerder opgevallen dat Barcelona een hoog percentage tattoo liefhebbers heeft. Je komt eerder een meid met tattoo tegen dan een dame op parmantige hakjes. Er is me uitgelegd dat hierin een duidelijk verschil is waar te nemen tussen het hoofse Madrid en het creatieve Barcelona. Vrij en onbezorgd kiest de Barcelonees liever voor de vleselijke versiering in plaats van de parelmoerenhalsketting. Het is hun merk geworden.

In zulke grote getalen als vandaag heb ik ze nog niet eerder gezien. Ik steek er kaal bij af. Sommige tatoeages zijn ware kunstwerken, maar bij de meeste vraag ik me af: waarom? Esthetisch? Smaken verschillen. Status? Identificatie met de groep? Ik vind het eerder intimiderend en bij elke buitensporige tatoeage vraag ik me af hoe deze persoon ooit een representatieve baan kan vervullen als de hagedisjes boven de boord uit kruipen en er op de hand een dolk staat afgebeeld. Ik geloof dan ook dat er spoedig een grote markt zal ontstaan voor het weghalen van deze ‘jeugdtekens’. Hetzij omdat men erachter komt dat het niet bevorderlijk is in de banenzoektocht, hetzij omdat de huid veroudert, verslapt en dat vlindertje op de borst beter gevlogen kan zijn. Gij die als eerste een duurzaam, veilig en pijnloze methode zal ontwikkelen: aan het einde van al die regenboogtatoeages blinkt een goudpot.

Maar zover is het nog lang niet. Bij halte Placa Espanya stroomt de metro leeg. Ik trek mijn wenkbrauw op. Zouden ze hier zijn om wat weekendse cultuur op te snuiven in het MACBA, bij Mies van der Rohe of de prachtige tuinen van de Montjuïc? Als snel bots ik er tegen een aantal op. De geïnkten zijn massaal twee stappen van de metro stil gaan staan. Als ik beter kijk zie ik dat het een meterslange rij is, vol met gelijkgestemden. Aan het begin van de rij verrijst de Fira (het Ahoy van Barcelona) met in koeienletters Barcelona Tattoo Expo. Vanavond zal de stad weer meer tattoos dan gisteren herbergen.

vrijdag 4 oktober 2013

Hoofd boven water

Als paddenstoelen schieten hipster barretjes de grond uit. Voor je erg in hebt, is de vervallen schoenenwinkel een Engels theehuis. Verderop zijn grauwe verstofte kozijnen omgetoverd in een smaakpappillenprikkelende toonbank met pinchos* in werkelijk alle kleuren van de regenboog. Een lust voor niet alleen het oog. Elders is de muur volgestouwd met wijnvaten en het proeflokaal ingericht met vintage meubels.

De wijk Poble Sec is al enige tijd bezig met een opmars. Deze van oorsprong traditionele arbeiderswijk met Catalanen, Pakistanen en Latijns Amerikanen wordt met de dag een grotere smeltkroes van nationaliteiten en stijlen. En daar horen verschillende lunchrooms, tavernes en eetgelegenheden bij. Want de liefde voor een wijk, gaat door de maag.

Het bruisende sfeertje heeft een versterkend effect, dat weer nieuwe ondernemers zin geeft om hun idyllische droom van gebak, tapas, wijn en gezelligheid te realiseren. Het straatbeeld is met de dag levendiger. En niet alleen in de centrale autovrije Carrer Blai, in alle straatjes is bedrijvigheid waar te nemen. Alleen weet nog niet iedereen de nieuwe plekjes zoals L’angoline, Bread & Circus, Spice cafe of La Tasqueta de Blai te vinden. Dit maakt het lastig inkopen doen. Hoeveel moet je in huis hebben om vers en niet bedorven gerechten voor te schotelen?

Daar hebben de lokale zelfstandigen een oplossing voor gevonden. Er is een ware micro-economie ontstaan, waarbij de verschillende branches elkaar helpen het hoofd boven water te houden. Zo haalt de serveerster van L’angoline tegenover bij de groentezaak een zak sinaasappelen als er naar verse sap is gevraagd. Het wordt op de rekening gezet, dat wordt aan het eind van de dag of week wel verrekend. Vervolgens zie ik haar rennen naar de bakker twee deuren verder op. Met twee stokbroden snelt ze haar zaak in om later met een grand ontbijt haar gasten te verwennen. Iets later komt de jongen van de tabakszaak koffie halen in ruil voor kranten op de leestafel. En zo gaat het ruilen en tussendoor bijvullen van de voorraad de hele dag door. Een mooi duurzaam systeem en het verrijkt de wijk in velen opzichten. Tijd voor een hapje.


*Pinchos: Catalaanse tapas; vaak op een broodbodem.

donderdag 26 september 2013

Netkous

Sinds kort neem ik deel aan schrijfwedstrijden. De uitslag van de eerste wedstrijd 'studentenhuis' is ondertussen bekend. Het winnende verhaal is hier te lezen. Maar natuurlijk wil ik mijn verhaal niet laten verdwijnen. De volgende opdracht was meegegeven;

Hoewel je ongetwijfeld boekdelen kunt vullen met de verhalen over het studentenhuis, maken wij de wedstrijd wat interessanter. Schrijf een verhaal van maximaal 500 woorden waarin de onderstaande dialoog verwerkt is:
A: Het was echt een zooi. Ze zetten de afwas op de gang.
B: Ik heb ook een keer een kijkavond gehad.

Hieronder mijn bijdrage. 

Netkous

Op mijn achttiende ga ik het huis uit! Met bravoure riep ik dat al zes jaar voor de grote dag. Elke keer als ik ongelijk behandeld werd, de wereld me te klein was of thuis zijn simpelweg ondraaglijk. Enerzijds omdat ik echt wel benieuwd was naar het vrije studentenleven, maar ook om me nog groter voor te doen tegenover mijn vrienden en kleine broertjes.

Sindsdien waren deze 13m2 mijn paradijs. De stroeve ramen die uitkijken op de Breestraat, de vergeelde en bevlekte tapijttegels met al hun verhalen, maar vooral de hoogslaper met het tweeëneenhalfpersoons bed zal ik missen. Ik verlaat mijn gekoesterde studentenhuis om terug naar huis te trekken. Geen stufi, tussen twee banen en een lege bankrekening. Met hangende pootjes naar paps en mams, die me natuurlijk met open armen zullen ontvangen. Maar Kris en Joep... Ik hoor ze al lachen. Ze hebben me veroordeeld tot de kleine logeerkamer op zolder. Natuurlijk is het maar voor even, totdat iemand mijn sollicitatiebrief wel uit 200 inzendingen pikt.

“Toch een hoop troep dat je in acht jaar studeren verzamelt”, glimlach ik verontschuldigend als Kim met een vies gezicht een ooit fluorescerende haarband tevoorschijn tovert. De inhoud van de laatste la met verschillende verkleedkleren en accessoires ligt over de vloer uitgestrooid. Het stinkt naar oud bier en te weinig frisse lucht. Maar het zijn geweldige herinneringen. Neem nu die afgrijselijk kapotte netkous.
“Kijk Kim, herinner je deze nog?”
Kim fronst haar voorhoofd.  “Het Halloweenfeestje? Het Moulin Rouge feestje? Sexy lingerie of oma pyjama feestje?”
Ik blijf nee schudden. “Nog veel eerder. Die avond dat ik Bram ontmoette.”
“Ja, natuurlijk. Het illustere, beruchte fout & 18+ feest! Jouw pakje kon echt niet. Dat hij daarop viel, ongelooflijk!“
Ik had net mijn eerste hospiteeravond achter de rug. Een grote teleurstelling. Gelukkig sleurde Kim me mee naar dat feest. Toen ik voor ons een biertje ging halen, bleef de netkous aan Bram’s cowboylaars haken.
“Je hoeft niet zo sip te kijken. Hoe minder netkous, hoe mooier ik je vind”, fleurde hij me op.
“O, nee. Dat is het niet. Ik had net een hospiteeravond en ze hebben me niet gekozen. Niet dat ik er wilde wonen, hoor. Het was echt een zooi. Ze zetten de afwas op de gang!”
“Ik heb ook een keer een kijkavond gehad. Een ordinaire vleeskeuring.” gniffelde Bram. Zijn blik verslond me. “Volgens mij is dit je lucky dag, want bij ons komt een kamer vrij. Voor een kusje stel ik je voor aan je toekomstige huisgenoten.”

“Pas hem eens?” Kim gooit me de kous toe en doet zelf de haarband om. We schieten in de lach.

De toeter van Joep met het bestelbusje klinkt schel door de lege kamer.
“Inpakken en wegwezen”, roep ik Kim toe. 
Snel gooien we alle herinneringen in de verhuisdoos en rennen naar beneden. BANG. De deur van de studentenkamer valt in het slot. De netkous hou ik nog even aan. Wie weet wanneer die weer geluk brengt.

dinsdag 17 september 2013

Herfst

Tijdens de lunch wordt er warme soep geserveerd. De weervrouw laat steeds vaker regenwolkjes zien. De avond valt elke dag vroeger in. De schoolkinderen zijn ’s avond laat stil, omdat ze de volgende dag weer naar school moeten. En ik heb voor het eerst sinds tijden weer een lange broek aan. De zomer is overgegaan in de herfst. Sneller dan verwacht.

Bang om mijn bronzen kleur kwijt te raken, zoek ik actief naar de zon. Ik wil nog even snoezen met de zonnestralen. Twee straten verder staat een verlaten gemeentebankje in een sprankje namiddagzon. Op de hoek met de Nou de la Rambla en de Exposició. Het uitzicht zijn de grijze stenen van de school aan de overkant en de top van de Montjuic. Maar daar is het me niet om te doen. Ik ga aan de rechterkant zitten, want in het midden is zo asociaal, en sla het boek* ‘De bekentenis van Adria’ open. Terwijl ik lees over Adria’s filosofische redeneringen aangaande het kwaad en zijn eigen schuldvraag, gaat er een vrouw links van me zitten. Haar zoete parfum trekt mijn aandacht.

Over de pagina’s heen gluur ik naar mijn bankgenoot. Een wat oudere vrouw. Ik kan zien dat ze vroeger een mooie dame was. Ze is verzorgd, maar niet te opgedirkt. Haar nagels zijn rood gelakt en de rimpels in haar hals heeft ze zorgvuldig verborgen achter een sjaaltje. Waarschijnlijk is ook zij een kind uit het Franco regime, net als Adria. Ze zit niet op haar gemak. Onrustig kijkt ze om zich heen. Te vaak kijkt ze op haar gouden horloge. Waarschijnlijk verwacht ze iemand.

Ik sla pagina voor pagina om. Dan weer zit de oude vrouw naast me, dan weer loopt ze onrustig door de straat. Continu het bankje in de gaten houdend. Ik begin me schuldig te voelen, zou ik een heimelijke ontmoeting verpest hebben door het bankje bezet te houden? De schaduw van de lantaarnpaal doet me naar links opschuiven. Zolang het zonnetje schijnt en ik niet weet of Adria vergiffenis krijgt, blijf ik zitten.

Veertig pagina’s later zit ze aan mijn rechter kant. Met een katoenen zakdoek dept ze haar ooghoeken. Zelfs voor Spaanse en al helemaal voor Catalaanse maatstaven is haar afspraak buitensporig laat. De zon zal spoedig achter de school zakken. Het wordt kouder. Ik sla een sjaal om me heen. De vrouw slaat haar armen om zich heen. Uiteindelijk staat ze daadkrachtig op. “Adéu”, mompelt ze. Ik weet niet of ze het tegen mij heeft of tegen de onbeantwoorde liefde. Voor mijn ogen is ze ouder geworden. De lente voelt ver weg.

*Sinds enige tijd schrijf ik boekrecensies over Spaanse literatuur. Aan de rechterkant van de blog staan de titels opgesomd. De recensie van ‘De bekentenis van Adria’ verschijnt binnenkort.  

maandag 9 september 2013

Boogie Woogie Swingkapper

Het woord boogie woogie heeft een extra betekenis, die alle drie de oude vormen verenigt. De dans, de piano muziekvorm en het schilderij van Piet Mondriaan. Bij de swingkapper ervaar je deze echte boogie woogie sfeer. Als alle winkels de rolluiken reeds lange tijd naar beneden hebben laten vallen om de dag aan de nacht te overhandigen, draait de swingkaper zijn beste uren.

Het is het buurtcafé voor de Afrikaanse en Kaapverdiaanse buurtgenoot. Van verre hoor je de muziek, het gekakel en zie je de bijna stroboscopische lichteffecten van de ongezellige neonverlichting. Stoere mannen hangen in de kappersstoel te pronken met hun blits blits telefoon en stras oorbel, terwijl de nog hippere swingkapper de horizontale, verticale of golvende streepjes over hun schedel bijwerkt. Of minivlechtjes, want dat schijnt heel mannelijk te zijn. Of het nu scheren, knippen of steken is, allemaal is het een allerbelangrijkst karwei. Want als je haar niet goed zit - scoor je niet!

Dus hup, voor het uitgaan, of het ordinair flaneren over de carrer Blai, nog even de puntjes op de i. En elke avond is het raak. Gegarandeerd een volle zaak bij de swingkapper, want een zekerheid in het leven is dat haar weer aangroeit (totdat je kaal bent). De swingkapper kan de aanloop nauwelijks aan en heeft daarom maar extra hangplekken gecreëerd in zijn zaak. En een gigantisch TV scherm met wulps dansende vrouwen op hitsige muziek. De rij is ermee in zijn nopjes. Nog een drankje en helemaal compleet.


Meestal hoeven de adonissen de zaak niet eens te verlaten om met hun boogie woogie waggelloop de dames het hoofd op hol te brengen. De testosteronwalm bij de swingkapper is zo sterk, dat de vrouwen uit zichzelf, als bijen naar de honing, de weg naar de swingkapper weten te vinden. En in hun kielzog hun kroost, al even hip met kruis op de enkels en schitterende oorlellen.  Een bijna huiselijk tafereel. De swingkapper: hoe kan een buurt ook zonder. 

donderdag 29 augustus 2013

Spionagepraktijken?

Als de temperatuur een beetje zakt en de zon minder fel schijnt, ren ik mijn rondje om de Montjuïc. Langs de prachtige parken, het MNAC, het Miró museum, het openluchtzwembad van de Olympische spelen uit '92 en tot aan de Miramar. Een fantastisch uitzichtpunt, van waar je alle andere bezienswaardigheden van Barcelona kunt zien. De zee, het strand, het symmetrische statenplan van Eixample, de torens van de kathedraal, Sagrada familia,Tibidabo en het gekrioel van de miljoeneninwoners en toeristen. Adembenemend!

Ik ren de hoek van de Miramar om met een hartslag van 153 en telkens maakt mijn hart een klein sprongetje als de stad zich zo voor me ontbloot. Omdat ik er geen genoeg van krijg en toch kilometers in de benen wil hebben, ren ik meerdere malen het rondje voor de Miramar. Miramar is ook de naam van het hotel dat hier tegen de berg opklimt. Terrassen van kamers, met brede balkons en dat waanzinnige uitzicht waar de vijfsterren genieter met genoegen zijn centen aan uitgeeft.

Een verhitte mannenstem schreeuwt tegen de lucht. Als ik dichterbij kom, zie ik dat hij in zijn linkerhand een telefoon vasthoudt. Hij heeft de sneeuwwitte badjas van het hotel aan en staat pontificaal op zijn balkon dingen te regelen. Ik zie dat hij behoorlijk gebruind is, maar dat kan ook het effect zijn van de witte badstof. Dan is hij uit mijn beeld, door een hoge boom. Daaronder zit een man, die wel wat charme van de hotelbezoeker zou kunnen gebruiken. Mager, grauwe kleren en een bijna transparante gelaatskleur. Hij is aandachtig aan het schrijven. Zou hij misschien een schrijver zijn? Zou dit uitzicht hem de inspiratie geven om woorden op papier te toveren? Ik adem goed de prettige bloesem geur in en ren de bocht om om daarmee het tafereel voor even achter me te laten.

dinsdag 20 augustus 2013

Parkietuitlater

Je laat je hond uit, omdat je niet een huis vol drollen wilt. Sommigen nemen hun kat mee naar het park, omdat de hele week opgesloten in een appartementje zo zielig is. Een enkele heb ik wel eens een konijn zien uitlaten. Hup hup erachteraan. Maar ik heb nooit eerder een parkietuitlater gezien.

Het is een gepensioneerde manke man. Hij komt uit de buurt Clot en legt zijn dagelijkse route af. In één hand een wandelstok, in de ander over zijn schouder een afgebroken antenne. Op de aftakkingen zitten twee groene parkieten te keuvelen. Aangekomen bij een bankje ploft de man vermoeid neer. De antenne zet hij even rechtop en als van een ladder klimmen de gevleugelden naar beneden. Op de grond lopen ze vrij rond, terwijl het baasje met een buurman de roddels van de dag bespreekt. Rustig doorzoeken de parkieten de zone rondom het bankje op broodkruimels. Vervolgens wroeten ze wat in de aarde rondom de plataan. Op het moment dat ze onder mijn tafel dribbelen opzoek naar een verspilde patata brava, roept het baasje. Stemloos. Hij tikt met de antenne op de grond en de vogeltjes kijken teleurgesteld op. Nu al? Oke, mokkend en met de kop tussen de poten waggelen ze terug. De antenne gaat weer over de schouder en de man strompelt uit het zicht.




zaterdag 17 augustus 2013

Provinciejongen

Uit in de grote stad. Naar een festival. Met veel harde muziek. In de brandende zon, zodat je kleren van je lijf smelten. Hoe bloter, hoe beter. Niet voor niets zit je hele lichaam onder de tatoeages. Ik zie je rechteronderbeen, rechterbovenarm en je linker pink. Maar vast en zeker zet het zwart-vlees patroon zich ook voort op je borst, schouderblad en misschien ook bips.

Je wilt uit je dak gaan. Seks, drugs en rock ‘n roll. Zo heet dat nu niet meer, maar dat is wel wat je in de grote stad gaat doen. Je zwarte heuptas zit vol met pilletjes. Genoeg om door te reizen naar de filistijnen. Of om te delen met je prooi. Want seksen ben je van plan, maar wel veilig. Twee handjes vol condooms in gouden verpakking draag je mee, in dat foeilelijke tasje. Dat je daarmee naar het festival gaat, dat past niet bij je hippe pata’s, je broek op half zeven en je sik. Daar kom je alleen in de provincie nog mee weg.

Ik heb ze samen met je geteld. Het zijn er 12. Waarom zou je er 12 hebben uitgekozen? Ga je voor een weekend: erin en eruit? Je zit al vier uur in de trein met je voet te wippen op de muziek uit je koptelefoon, die ik niet hoef te horen, maar dank dat je het vrijelijk deelt. Of ga je voor de hele week, zoals je pilletjes doen vermoeden? Ja, ook die heb ik meegeteld. Je legde ze ook zo mooi op de opklaptafel, op een rijtje. Drie in een gele verpakking, zes in blauw en dan nog een strip van 8 in wit. Dat kunnen natuurlijk ook aspirientjes zijn, want je moet goed voorbereid zijn op reis. Ik moet denken aan Blue Magic. Heb jij contact met de Spaanse gangsters?

vrijdag 9 augustus 2013

Metro X: Snoepje

Stiekem kijkt het oude dametje over de bovenkant van haar montuur. Ze gluurt naar links en naar rechts om vervolgens haar blik op haar licht trillende handen te richten. Ze trillen niet van ouderdom, eerder vanuit een aandrang, naarstig opzoek naar een voorwerp in het tasje.

Ik zou kunnen zeggen tas, maar bij dit dametje hoort alles met een -tje of -je. Haar tengere kleine lengte, haar geknotte haar, haar bloemetjesjurk, het leren tasje dat menig decennia heeft meegemaakt en als kers op het plaatje de witte sandalen waar de iets te donkere steunkous doorheen schijnt. Aandoenlijk.

Haar ranke vingers betasten het gewilde voorwerp en gaan vliegensvlug te keer om het van zijn harnas te ontdoen. Opnieuw die geniepige blik. Kijkt er iemand naar me? Nog voordat het cellofaan geheel los gewikkeld is, wordt de toffee naar de mond gebracht. Hap. Verdwenen achter de dunne roze lippen. Het rode papiertje dwarrelt terug in het tasje. De oogjes knijpen zich fijn en het genot straalt van de dame af. Even zie je haar weghuppelen uit Lijn 3 en in haar bloemetjesjurk rond dwarrelen door de alpenweide met boterbloemen en klaprozen. Zo aardbei cacao zoet. De toffee zit gevangen in de opbollende rechterwang. Na een paar rondjes van de zaak verdwijnt het langzaam in de linkerwang en dan uit het zicht. Slik.

Zucht.

Het genot was toch wel van korte duur.

Stiekem kijkt het oude dametjes weer over de bovenkant van haar montuur. Nog eentje dan, zie je haar denken.

maandag 5 augustus 2013

Metro IX: Waaiers

Het is augustus en daarmee officieel hartje zomer. Kantoren en winkels sluiten om op hun deur enkel een briefje achter te laten met ‘cerrado por vacaciones hasta 3 septiembre’. Gesloten voor een hele maand! Waarom zo lang? Omdat de stad vanwege hitte, uitputting en geuroverlast op non-actief staat. Wie even kan, vertrekt naar de bergen. Of verkiest in elk geval gekoeld transport in plaats van de benenwagen. De straten zijn verlaten, op de tienduizenden toeristen na dan.

In de metro is het heerlijk koel, dankzij de goede airco. Op het heetst van de dag is over straat lopen geen optie. Je wordt weggebrand. Beter de ondergrondse in… hoewel, de eerste stappen geven je het idee dichterbij het vagevuur te komen. Het broeit onaangenaam in het ondergrondse gangenstelsel. De geuren verscheuren je gedachten en doen je alleen realiseren dat zweten het enige is dat verkoeling kan brengen. Iedereen is eraan onderhevig. De korte periodes waarin de metro’s elkaar opvolgen voelen als een eeuwigheid. In drie minuten transformeer je in een gesmolten pakje boter. Kleine plasjes ontstaan rondom voeten. Alleen de vergeten oude Catalaanse vrouwtjes ondervinden geen last. Zolang hun polsen niet door artrose aangetast zijn, zwaaien ze erop los met hun waaier. Gedoemd in Barcelona te overzomeren, zijn ze in elk geval goed voorbereid.


Als de deuren opengaan en men de helverlichte coupe instapt, slaakt ieder een zucht ter verademing. Vijf haltes heerlijke koelte. Dan gaat de tijd opeens heel snel en sta je alweer buiten. Nog voordat de trap beklommen is en de zon haar eerste straal op je loslaat, glijdt er al een zweetdruppel over je kuit. Gelukkig is niet iedereen met vakantie. De Pakistanen weten dat het crisis is, of dat de meeste toeristen nu de stad aandoen, of hebben geen ander alternatief. Zij blijven, buiten het zicht van de politie, op het heetst van de dag handeldrijven. Bij de uitgang van de metro hebben zij hun waar uitgestald. Waaiers, in alle kleuren en maten. Lange leve de illegale economie. Op de terugweg ben ik in de ondergrondse ook ‘bewaaierd’.

woensdag 31 juli 2013

Schatzoeker

Het strand is ’s avonds op zijn best. Zo rond het Noord Europese etenstijdstip. Met bombarie pakken de roodverbrande toeristen hun spullen en jolig trekken ze terug richting de stad om als enige de restaurantjes te vullen. Anderen, die nog lang niet aan eten denken en net de werkcomputer hebben dichtgeslagen, werpen hun handdoek uit om te genieten. Maar niet iedereen. Voor de schatzoeker begint op dit tijdstip de werkdag. Hij hoopt dat het strand die dag door een hoop verstrooide en nalatige toeristen bevolkt was.


Secuur stroopt hij het strand meter voor meter af met zijn metaaldetector. Bij piepjes begint hij met zijn voet het zand om te woelen. Blijft het aanhouden, dan is het tijd voor grover geschut. Door de knieën en met een spatel begint hij te schoffelen. De ene na de andere zandkorrel wordt van plek verwisseld. Wat zou hij vinden? Zijn vingers pakken iets uit het zand en vegen een voorwerp schoon. De spatel wordt in de riem gestoken en zwaar teleurgesteld gooit de schatzoeker een bierdopje weg naar een verder gelegen stuk.


Om zijn middel bungelt een plastic zak, waarin een sigarettenpakje, lepeltje en iets ondefinieerbaars doorheen schijnen. De voorlopige oogst. Ik vraag me af wat hij zoal vindt of het inderdaad een goudmijntje is. Nors bromt hij ‘muntjes’ en ‘weinig’. Een man van weinig woorden en nog minder sociale vaardigheden. Ik verzwijg maar dat zijn ‘collega’ een half uur eerder dit al strand onder de loep had genomen. Wie er, het metaalmannetje of de schatzoeker, op het eind van de dag meer naar huis brengt? Geen idee.

zaterdag 27 juli 2013

Het metaalmannetje

Rinkelend en klinkend wordt de winkelwagen door de straat getrokken. Van vuilnisbak naar container. Van vuilstortplaats naar prullenbak. Van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat dwaalt het metaalmannetje door zijn afgebakende stuk in Barcelona. De metaalmannetjes hebben de straten onderling verdeeld en als ze zich op het terrein van de concurrent begeven, is het ruzie. Behalve als deze tot dezelfde coöperatie behoort. Dan zijn ze nog wel bereid om gezamenlijk het koper uit de elektriciteitskabel van een TV te trekken. Soms zie je ze gevaarlijk in de vuilniscontainer hangen om er met hun hand een oud mes of ventilator uit te graaien. Ze slaan en trekken erop los om ook het laatste stukje metaal van een voorwerp in hun karretje mee te kunnen nemen.

Vandaag is het voor het metaalmannetje van Eixample raak. Een bekende winkelketen is bezig met een renovatie. Om de paar minuten komt een man, bedolven onder het grijs witte stof, naar buiten om grof vuil weg te gooien. Oude stellages en profielen dumpt hij in de container. Zodra hij de container zijn rug toedraait en zijn handen aan elkaar afklopt, snelt het metaalmannetje toe om zijn buit te slaan. Glinsteroogjes van de overdaad. Fluitend loopt het metaalmannetje weg op de melodie 'ik heb mijn wagen vol geladen, vol met aluminium, koper en ijzer.'

maandag 22 juli 2013

Tijdreizen in het park El Grec

Zodra je de trappen vanaf de Passeig de Santa Madrona beklimt, waan je je in een episode uit het hofleven van Versailles. De baroktuin wordt zacht geel belicht, de fonteinen sproeien en het geheel wordt omringd door cipressen. De hedendaagse klederdracht valt uit de toon, maar de entourage geeft je het gevoel van tijdreizen. In de warme maand juli draait het culturele seizoen hier overuren. Het park El Grec op de Montjuic met zijn ‘semi oud’ halve amfitheater is tijdens het El Grec festival het hoofdpodium voor een gevarieerd programma van dans, theater en muziek. In het spotlicht de voorstelling: Ode aan de Catalaanse dichter Salvador Espriu. Uitgevoerd door het zeer aan te prijzen jazz ensemble La Locomotora Negra en het Sant Jordi koor.

De arena is gevuld met honderd muzikanten en één dichteres. Zij declameert de gedichten. De rest geeft vol overgave de muzikale interpretatie weer. Ik versta geen Catalaans, de betekenis van de gedichten zweven aan mij voorbij, maar de klanken grijpen me. Het swingt de pan uit. De gekleurde stopdassen, de vele solo’s en door de kat boven op de rots waan je je in een vrolijk optreden van de aristocats. Dan weer in beland je in een hymne aan de schoonheid. Een heldere sopraanstem stijgt langs de treden van het amfitheater steeds hoger en hoger. Ze wordt versierd door een sax. Ze krijgt een liefdessonnet van de klarinet. Alsof een kattensnorhaar je huid doet tintelen. Op de kale achtergrond muur wordt op het ritme van de muziek een zwoele rode oranje kleur geprojecteerd. Om het nog sprookjesachtiger te maken, missen alleen de vuurvliegjes die ronddwarrelend dansen op de speelse tonen.

De piano trippelt poco poco naar de volgende episode. En de gebochelde dirigent draagt de zwarte blouse uit zijn broek, die schudt van links naar rechts. Een triester stuk nu, meer detail. Het licht verloopt heel gestaag van paars naar groen naar blauw. Er staat een eenzame trompet die een stuk over het verloren land vertolkt. Op de achtergrond een klaagzang van het koor. Kracht in eenvoud.



Vervolgens licht het weer rood op en hoor je een zwoele zachte mannenstem. Zoals honing een schrale keel streelt laat het je wegdromen om vervolgens door de trombone terug naar het amfitheater getrokken te worden, waardoor het een hele opgave is om stil op de plastic stadionstoeltjes te blijven zitten.

De maan staat al hoog aan het hemelgewelf als het applaus afneemt en ik de trappen weer afdwaal. In mijn hoofd swingt het ritme en hoor ik de regels van het Catalaanse vers ‘el meu poble i jo’ nadreunen. Zelfs op zo’n avond is het sterke nationalistische gevoel van Catalonië overheersend.

zondag 7 juli 2013

Buurkind

Ons balkon kijkt uit op een ‘hofje’. Beter gezegd, op andere huizen en kleine tuintjes op de begane grond tussen de straten Poeta Cabanyes en Carrer de Salvà. Het is er knus. Je kijkt bij elkaar naar binnen en kunt bijna het suikerkopje doorgeven. Nu de zomer echt gearriveerd is, en de verwachting voor de komende weken enkel boven de 30 graden is met weercijfer 10, staan alle deuren open om te luchten. Uit elk huis komen geluiden; muziek, geronk van de wasmachine of kinderlijk gelach dat soms wordt afgewisseld met geschreeuw of gehuil. Maar onderling contact is er niet. Op het buurkind na.

Elke dag staat ze op het balkon. Ze staat op haar tenen, trekt zich op aan de reling en legt haar kin daarop te rusten. Ze woont op de bovenste verdieping en overziet als een arend uit haar nest alle balkons op de Poeta Cabanyes. Er is altijd wel iemand buiten de was aan het ophangen, plantjes aan het verzorgen of gewoon een boek aan het lezen. Zodra zij een persoon in haar vizier krijgt, zet ze het op een groeten. ‘Hola!’, ‘Hola!’ galmt het door het hofje. In bariton een ‘Hola!’ terug. Dan komt haar tweede zin ‘Cómo te llamas?’ Soms volgt daarop een antwoord, soms is de persoon in kwestie alweer naar binnen gegaan. Nooit komt ze verder dan de tweede zin. Als je haar wat vraagt, slaat ze de ogen neer. Je begrijpt het spel niet; zij vraagt, jij antwoord.

Vandaag komt haar grote broer achter haar staan. Eén hand achter zijn rug en met de ander tikt hij zacht op haar schouder. Bliksemsnel draait ze zich om, alsof ze nattigheid aanvoelt, maar ze is te langzaam. Plets. Een waterballon spat tegen haar voeten uiteen. De broer schatert gul, het meisje is beduusd en rent naar binnen. Naar mama. Ik zou het helemaal niet erg vinden als hij mis had gegooid. Dikke kans dat de waterballon door de tralies naar beneden was gevallen. Precies voor mijn voeten. Want als de zon in zijn zenit staat, heb je na vijf minuten buiten staan al vier grote ronde zweetvlekken. Wat een heerlijke verkoeling kan water dan zijn.

dinsdag 2 juli 2013

Gelegenheidsbank

Vier mannen op een rij. Toevallige passanten of goede vrienden? Ze communiceren met gebaren van optrekkende wenkbrauwen, knipperende oogleden en al mompelende onverstaanbare woorden. Alles zonder haast. Synchroon gaan de hoofden van links naar rechts. Of van rechts naar links. Afhankelijk van welke kant een jonge dame met bruine benen voorbij dribbelt. Zichtbaar is er extra vreugde als de hak van hun prooi vast komt te zitten in de voegen van de stoeptegels en hun oogappeltje moet bukken. De kranten met kruiswoordpuzzels worden opgevouwen en de bril zakt geleidelijk naar het puntje. 

Gezamenlijk zijn de heren minstens 275 jaar. Hun wandelstokken geven het bankje vier extra poten. Maar er zijn meer voorwaarden om lid te worden van het gelegenheidsbankje. Een zonnebril, van licht of donker glas. Een hoed of cap tegen de zon. Linnen blouse of broek. Sandalen of bootschoenen. Typische opaatjes die je langs de hele Mediterrane zee tegen kunt komen. Af en toe schuifelt er een weg, maar de plek blijft nooit lang leeg. In plaats van met een ‘high five’, groet de nieuwe bondgenoot het gelegenheidspubliek met een lichte hoofdknik.

Bij het vallen van de nacht wisselt de wacht. Het bankje wordt overgenomen door drie jonge mannen met piekfijn verzorgd haar, jeans en een T-shirt waar de spierballen met tatoeages onder uit rollen. Het gedrag? Precies hetzelfde.

vrijdag 24 mei 2013

Metro VIII: Jouw beroep hoef ik niet te raden!

Soms zit je te fantaseren over die man met wilde witte manen en donkere wenkbrauwen die tegenover je. Zou hij een acteur, schrijver of componist zijn? Of die vrouw met die hoge hakken en dat vlotte kapsel. Vast uit de bankensector! Andere keren hoef je niets te raden, een persoon stapt binnen en je weet direct het beroep.

De witte blouse, de zwart gestreken broek, de keurige stropdas, de dasspeld met vleugeltjes, maar vooral de met goudstiksel geborduurde strepen op de schouders. Alleen de Ray Ban zonnebril ontbreekt. Deze piloot zal straks vlucht XY007 naar een exotische plek hier ver vandaan vliegen. Ik bekijk hem van opzij en lees stiekem zijn what’s app conversatie mee:
Piloot: ‘Thank you for tonight, baby. Unbelieveable!’
Zijn Spaanse schoonheid: ‘ I think great too. When see you again?’
Piloot: ‘We will see. Comes flight, comes time to spend with you.’
Zou het dan waar zijn? Een piloot heeft in elk stadje zijn eigen schatje?

Tegenover ons zit overduidelijk een student. Die pik je er ook zo uit, vooral omdat ze hier allemaal met een blauwe map van de Universitat de Barcelona (UB) onder de arm lopen. De laatste voor vandaag is de schilder. De vraag is of het een beroepschilder is of een kunstenaar. Maar de spetters op zijn schoenen en zijn haar laten er geen twijfel over bestaan dat hij vandaag met meerdere kleuren in de weer is geweest.

maandag 20 mei 2013

Zwartrijder

De chauffeur van bus 2730 op lijn 46 van Placa Espanya naar vliegveld El Prat neemt zijn werk serieus. Gebruik maken van de dienst, die hij persoonlijk verleent, is niet gratis. Zonder kaartje geen rit. In principe heel normaal. Maar deze veertiger, waarbij het figuur verraadt dat hij niet veel aan beweging doet, heeft geen vertrouwen in de medemens. Daar de passagiers hun kaartje niet bij hem afstempelen, maar bij het apparaat vooraan in de bus, kan de chauffeur makkelijk gepasseerd worden. Hij wacht hierom met optrekken totdat hij het piepje van het automaat hoort, dat aangeeft dat het ticket gestempeld en reisgeldig is. Met zijn ogen volgt hij elke beweging van zijn passagiers. Je ziet hem tellen hoeveel mensen instappen en hoeveel piepjes er volgen. Als dit overeenstemt, trapt hij flink op het rechter pedaal en komt de bus met een schok in beweging. Bij halte Avenida Gran Via stapt een jonge man in. Hij loopt nonchalant langs de buschauffeur, zonder deze te groeten. Langzaam opent hij de borstzak van zijn jas. De bus staat ronkend stil. Hij haalt een aantal kaartjes tevoorschijn en kiest er een uit. Ik zie dat deze niet groen is en herken het type kaart niet. Hij brengt het tot boven het apparaat en de deuren sluiten. Het kaartje verdwijnt niet in het apparaat, maar onbenut in zijn linker broekzak. De deuren gaan weer open. De donkere ogen van de chauffeur priemen in zijn rug. Hij kijkt over zijn schouders en geeft een verontschuldigende lach. Met een verstrooid gebaar trekt hij zijn portemonnee, zo van ‘och ja, daar had ik hem ingestopt’. De deuren sluiten weer en de chauffeur begint geleidelijk op te trekken. Op dit teken loopt de man verder de bus in en valt hij bijna op mijn schoot. De buschauffeur trapte hard op de rem. Vervolgens begint hij boos in het Catalaans te schreeuwen. De deuren zwaaien weer open en gelaten verlaat de man de bus. Woest trekt de bus op en je ziet de bewaker van het rijdend fort denken: ‘waar haalt hij de brutaliteit vandaan, die jeugd van tegenwoordig.’


* Tip: naar en van het vliegveld gaat de commerciële, slechts door toeristen gebruikte, Aerobus voor €5,90. Het lokale alternatief is de rode stadsbus lijn 46 voor €0,96 (mits je gebruik maakt van een tienrittenkaart, dat geldig is voor al het openbaarvervoer)

vrijdag 17 mei 2013

Metro VII: Hangende schouders

De lente is van slag en betraand de straten. Er zit niets anders op dan overdag af te dalen naar de metro. Voor me op de roltrap staat een rijzige man in pak. In zijn hand een blikje Red Bull. Beneden aangekomen komt hij traag in beweging. Hij slentert moedeloos zonder doel. Noch energie, noch vleugels stuwen deze man voort. Het pak is niet nieuw, maar goed verzorgd. Zo ook zijn schoenen, die vanochtend vers in de smeer zijn gezet. Thuis wacht waarschijnlijk een vrouw op hem, zo doet zijn trouwring vermoeden. Hij ploft naast me neer op de bank op het perron en zucht. Hij verfrommelt een A4 met aantekeningen en gooit dit wel gemikt in de prullenbak. Vervolgens brengt hij beide handen naar zijn zware hoofd en tuurt de donkere tunnel in. Blik op oneindig. Het blikje Red Bull gaat er zelfs slap bij staan. De metro remt en opent haar deuren voor onze neus. Ik stap in. De man kijkt even op en twijfelt of hij mee zal reizen, maar hij besluit de reis nog even uit te stellen. Hij wil nog niet onverrichte zaken terug naar huis keren. Waarschijnlijk is het sollicitatiegesprek, waar het echtpaar de hoop op had gevestigd, slecht verlopen.

dinsdag 7 mei 2013

Stad der Wonderen


Barcelona heeft geprofiteerd en profiteert nog steeds van internationale evenementen. Zo is er jaarlijks in februari de World Mobile Congres, waardoor alle hotels een hele week volgeboekt zijn. Daarnaast is Barcelona het schoolvoorbeeld van hoe de Olympische Spelen de economie van een stad wel een boost kunnen geven. Aan de spelen van 1992 heeft de stad de sportfaciliteiten in Montjuïc, zoals het openluchtzwembad met panorama uitzicht op de stad, en de stranden te danken. Maar al begin vorige eeuw heeft Barcelona twee metamorfoses ondergaan, vanwege de wereldtentoonstellingen.

Over deze periode, van de wereldtentoonstelling in 1888 tot die in 1929, verhaalt het boek de Stad der Wonderen van de Barcelonees schrijver Eduardo Mendoza. Laten we terugreizen in de tijd en de geschiedenis herleven in de avonturen van hoofdpersoon Onofre Bouvila.

Het verhaal begint in een Barcelona, in het jaar 1887, toen er nog geen elektriciteit was, geen telefoon en geen trams. Onofre Bouvila trekt als dertienjarige van het platte land naar de stad en heeft één missie. Rijk worden. Hiervoor zet hij de wereld naar zijn hand en is hij bereid grote risico’s te nemen, duistere transacties te doen en het 'opruimen' van opponenten of andere lastposten die zijn pad kruisen.

zondag 5 mei 2013

Metro VI: Maximalisatie

Al enige tijd lijkt de trend van minimalisatie te zijn gestopt. In elk geval wat betreft consumptiegoederen. In de metro zouden hierdoor een aantal faciliteiten door de passagiers aangeboden kunnen worden. Tablets en grote telefoonschermen geven licht voor meer dan één persoon. Uit de gigantische koptelefoons bonkt en dreunt muziek dat het kdeng, kdeng van het metrotoestel te niet doet. Wellicht dat de metro de kracht van deze attributen in kan zetten om meer sfeer te creëren en zo het imago van openbaar vervoer te pimpen.

Want wie wil er nu niet een ritje in een metro met themawagons. Het eerste metrostel is voor de werkenden en ouderen. Uit de koptelefoons komt enkel Mozart, Vivaldi of Bizet dat de productiviteit stimuleert. De tablets geven een zacht geel licht omdat er enkel e-books en krantkaternen gelezen worden. Goed voor de creativiteit. In wagon twee hangt de jeugd rond. Er klinkt R&B en er is een blauwe gloed door alle foursquare en facebook pagina’s, doordat men continu zijn locatie doorgeeft en liked. Onder andere dat hij of zij nu in wagon twee kan swingen op (want er is real time verbinding) Rihanna of Jay-Z waarnaar door Jose, Maria of Xavier wordt geluisterd. Wagon drie is voor de gepiercete punks, gothics, en herriemuziekliefhebbers. Toevallig hangen hier vaak ook de gamers rond, die de wagon doen oplichten met flitsen rood van hun vechtspelletjes.

Naast licht en muziek kan er ook bespaard worden op schoonmaak. De grote damestassen maken de zitplaatsen schoon als ze nonchalant op de vrije stoel naast de reiziger worden geplaatst om vervolgens met een zucht naar de eigenaar teruggeschoven te worden omdat er uiteindelijk toch altijd wel iemand naast komt zitten. Deze beweging bevordert het schoonmaak effect. En doet de tas het werk niet, dan doet de kont dat wel. Zodra er een gelegenheid is om afgezonderd te zitten, schuift de Catalaan weg van zijn medepassagier om, al is het maar voor even, vrij te zitten.

Wat waarschijnlijk niet geoutsourcet kan worden en wat waarschijnlijk meer investeringen zal vragen naarmate de themawagons aan populariteit winnen is: de geur. Tegen de metrohallen zonder ventilatie en lichaamsgeur № 1 kan Chanel № 5 het moeilijk opnemen.

vrijdag 3 mei 2013

Cerda

Vanaf de Tibidabo top
Zie ik je rechte lijnen
Tot aan de witte schuimkop
Waar golven in de lucht verdwijnen

De grootsheid van jouw stratenplan
Bereid op paard en wagen
Doen nauwe straatjes uit de
Gotico, zo snel in het niets vervagen

Hier dragen palmbomen hun kroon
Is ijzerwerk gewoon gracieus
Het pleisterwerk zo wonderschoon
Dat fotoalbums wereldwijd
Jouw lofzang majestueus
Uitstralen tot aan de eeuwigheid

* Ildefons Cerda is de stadsarchitect van de negentiende eeuwse wijk Eixample

woensdag 1 mei 2013

FC Barcelona

Meer dan een club, staat met koeien letters op de spelersbus voor hotel W. Honderden fans hebben zich rondom de ingang verzameld. Niet om te genieten van het uitzicht over de blauwe zee, het drukke strand en de reflectie van de vis van Port Olympic. Nee, ze willen een glimp opvangen van hun sterren. Hen een hart onder de riem steken. Gespannen wachten ze 10, 20, 30 minuten onder constant toezicht van de Mosses (ME) en Guardia Civil. Vaders en zonen gelijk in rood –blauw met in geel de naam Messi of Villa op de rug. Zij aan zij. ‘O, goden van het groene veld laat ons vanavond in triomf naar huis keren,’ zie je ze denken.

Ondertussen druppelen er wat gasten uit het hotel. Een oligarch verdwijnt druk telefonerend in een zwart geblindeerde taxi. Een Engels echtpaar moet naar het vliegtuig om hun Easy Jet vlucht te halen (kennelijk toch niet zo’n chique hotel). Een model neemt zijn danseres uit flaneren over de boulevard. En dan een heleboel Duitsers. Leden van de Bayern Club, die op de veranda een privé feestje hadden en wel van het uitzicht genoten. Zij zijn geheel ontspannen. Lachen hartelijk naar de Spanjaarden en wensen ze ‘Viel gluck’ toe achter hun vuistje grinnikend. Maar nog geen spoor van onze sterren.

Langzaam komt de bus in beweging en verjaagt de horde fans. De bus rijdt tot aan 20 meter voor de ingang. Als een kudde verplaatst de massa zich en ‘Run Forrest Run’ worden de nieuwe ere-plekken ingenomen. Naast mobieltjes en camera’s gaan ook de kleine kindertjes de lucht in. De spanning is te snijden, een klein jongetje doet het bijna in zijn broek. En dan zwelt het ‘gezang’ aan. Één voor één kruipen de spelers de bus in, waar ze tegenover elkaar gaan zitten en hun koptelefoons opdoen. Serene rust, ultieme voorbereiding. De bus verlaat in zijn achteruit het plein en manoeuvreert tussen twee pilaren richting de weg. Op een van de paaltjes zit ik het tafereel te aanschouwen.

En opeens sta ik oog en oog met Andres Iniesta. Vanachter het beveiligde glas van de bus, steekt hij zijn duim naar me op. Ja, jouw schietkunst staat in de herinnering van de Nederlanders gegrift. Ik hoop dat je het dit keer voor het juiste team voor mekaar speelt.

zondag 28 april 2013

Metro V: Piercings

Elk ritje reis ik met gepiercte personen. Leeftijdgenoten, iets jonger of veel ouder. Ze zijn er weg van. Hoe meer, hoe beter. Moderne pantsers en speren. Het kuiltje in de kin steekt gevaarlijk vooruit. Op de bovenlip siert soms een knopje. Als een eigentijdse schoonheidsvlek. Of de lip heeft in het midden een ring. Dwars erdoorheen. En is het niet de lip, dan is het tussenschot van de neus. Stierachtig. Alternatieve, meer creatieve uitingen zijn te vinden in het midden van de wang, halverwege de nek als een kunstmatige adamsappel of midden op het voorhoofd. Elk stukje vel kan kennelijk benut worden om een metalen voorwerp aan op te hangen.
Achter de scherpe randjes zijn ze (vast) lief en aardig.

Mocht het staal met de jaren ontbrekenl, dan zie je wel de sporen die deze hebben achtergelaten. Zo hebben velen een uitgerekte oorlel met een groot gat. De doorsnede hiervan kan oplopen tot vijf centimeter. Vliegjes, vlinders en zelfs een kolibrie zou erdoorheen kunnen fladderen.

Alleen de wenkbrauwpiercing lijkt uit de mode te zijn geraakt. Dat is een unicum als je die tussen de passagiers ontdekt. Bijna het schieten van een plaatje waard.

zondag 21 april 2013

Kat en Muis

De naam Barcelona gaat gepaard met Gaudi. Toeristen hoppen in oostelijke richting van Casa Batllo, La Pedrera, en de Sagrada Familia naar Parc Güell. En met hen de illegale verkopers van souvenirs met daarop bonte verbeeldingen van Gaudi’s werken. De meeste van hen hebben Parc Güell als uitvalsbasis.

In dit dorre en droge park wordt het zand geregeld verplaatst door een stofwolk, achtergelaten door vluchtende illegalen, die sprintjes trekken van 100 meter om achter een cipressenboom weer tot rust te komen. Een bijzonder schouwspel is hier gaande. Beter gezegd een kat en muisspel. Aanschouw:

Op kleine kleedjes van één bij één meter stallen Pakistanen, Indianen en Afrikanen hun prullaria uit. Met een plumeau ‘snuffelen’ ze de zandkorrels van hun waar. Vervolgens ‘piepelen’ ze de toeristen: ‘Kijk naar mijn waar: zó veel voor zó weinig!’ Je bent een dief van je eigen portemonnee als je voor jezelf, je zus of je buurman niet een magneet koopt. Lang uitkiezen tussen de twintigtal verschillende varianten zit er echter niet bij. De verkopers worden op de hielen gezeten door de Guardia Civil, die constant op hen loert. Zodra de kattenkoppen op 25 meter te bespeuren zijn, worden de hoekpunten van het kleed naar elkaar toegevouwen en al rennend als een knapzak over de schouder gegooid. Weg de bosjes in. De politie, minder slank en soepel, zet het niet op een rennen. Geef ze eens ongelijk met de brandende zon in het zenit. Het is de huiskat eigen om niet te hard te werken voor zijn prooi. Ze vervolgen gestaag hun patrouilleroute, wetend dat ze hun aas over een aantal minuten weer zullen ontmoeten.

De kat neemt genoegen met het opjagen en de muis schikt zich hiernaar. Zo is er een natuurlijk evenwicht ontstaan en bevolken beide in harmonie als enige niet toeristen Parc Güell. Naast de mozaïek, de zuilengalerij en de slingerende paden is dit een authentiek beeld. Ik twijfel alleen of dit ook is meegenomen in de Unesco-werelderfgoed lijst.

woensdag 17 april 2013

Metro IV: Rode wangen

Lente is hier als een warme zomerdag in het Noorden. Geen wonder dat de toeristen zo lang mogelijk in het zonnetje baden. Op straat, terras of strand. Ze hebben geen erg in de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid vitamine D. Het liefst elke dag een overdosis.

’s Avonds is het tijd voor eten en fiesta. Dan dalen ze af in de ondergrondse op weg naar de tip uit de toeristengids. Ook zonder dat boekje zie je meteen wie de toeristen zijn, de rode konen en verbrandde schouders verraden hun middagbezigheid. De uitgelaten vrolijkheid, omdat het lichaam eindelijk opgewarmd is, doet de rest. Maar het zonnetje vormt ook een goed excuus voor verlegen Noorse jongens. De verbrande konen verbergen de rode blos op hun wangen als ze de blote bruine benen van de Spaanse schone begluren.

zondag 14 april 2013

Metro III: Safari

Twee broers uit een Noord-Europees land, net boven en onder de veertig, staan gespiegeld in de metro. De oudste houdt de reling met links vast, de jongste met rechts. Ze zijn goed voorbereid. Op alles.

De afritsbroek geeft een uitweg voor warm en koud weer. De gore-tex bergschoenen kunnen elk terrein aan. De lens van de camera maakt bespieden op grote afstand mogelijk. De kleur van hun jacket komt overeen met de boomstam van een plataan. Dit zijn er een hoop in Barcelona, dus de heren kunnen zich perfect verschuilen. In hun rugzak zit, naar ik meen, proviand. In elk geval zie ik een 1.5 liter fles water; in de nabije toekomst geen dorst.


Wat ik me afvraag is: dachten deze toeristen op safari te gaan in de binnenstad? Het is waar, in Barcelona lopen soms exotische beesten rond. Maar die zijn aan de stad gewend. Misschien hadden de gebroeders er beter aan gedaan een spijkerbroek, T-shirt en gympen aan te trekken. Dan zouden ze in elk geval minder opvallen en jagen ze de inheemse bevolking niet de stuipen op het lijf met hun uitrusting.

Metro II: IJdel

Een lange man met haar dat niet grijs maar wit is geworden. Statig en slank. Een blauwe sjaal accentueert zijn blauwe ogen. Elke minuut haalt hij zijn vingers nonchalant door zijn weelderige haarbos. Hij waant zich een soort Richard Gere. Op schoot heeft hij een aktetas, een heel klassiek model. Hier haalt hij een La Vanguardi uit. Maar hij begint de krant niet te lezen, hij vouwt hem dubbel. En nog eens dubbel. En nog eens. Zou hij als hobby origami vouwen hebben? We zullen het niet weten, want bij Diagonal verlaat ik de metro.

Soms zie je mensen die je betoveren met hun uiterlijk. Ze hebben een voorkomen dat je interesse wekt naar de persoon erachter, naar de levensloop en hoe ze zijn geworden wie ze zijn. Eigenlijk zou je ze aan willen spreken en willen vragen; ‘wat is uw verhaal?’ Maar dat durf ik niet. Nog niet. De metro is een veilige plaats om deze mensen te ontmoeten en op papier te fantaseren over hun gedachten.

maandag 8 april 2013

Kaas

Geen nood, deze blog gaat niet over het boek* van Willem Elsschot. Deze blog gaat gewoon over kaas. Kaas afkomstig van koeien-, buffel-, schapen- of geitenmelk.  Zacht of hard. Lekker en, tsjah, minder lekker. Gewoon omdat het kan.

Als onderdeel van onze inburgering hebben we een kaascursus gevolgd in het buurthuis van Poble Sec. Speciaal voor ons in het Castiliaans in plaats van Catalaans. Drie dinsdagen hebben onze smaakpapillen verschillende revoluties ondergaan van bitter, zoet, zuur, zout en umami. Prachtig woord vind je ook niet, umami. Japans voor umai heerlijke mi smaak ofwel hartig.
De avond begint met een stukje theorie. Hoe kaas en de mens al eeuwen samen gaan, zoals terug te vinden op Egyptische hiërogliefen.  Over de verschillende bereidingstechnieken en type kazen. Zo heeft een regio met veel bergen of veel groen meer koeien en respectievelijk meer kaas van koeien melk, dan daar in het dorre droge zuiden waar met name geiten grazen. Wil je op kaastoer in Spanje, dan moet je naar Galicië. Daar zijn de meeste van de 23 Spaanse kaassoorten te vinden. Beter nog, daar kun je de grens over. Naar Frankrijk, het land van de kazen, waar ze voor elke dag van het jaar een eigen kaas hebben.

Een aantal wist je datjes:
- om een camembert van 250 gram te maken, heb je 2,2 liter koeienmelk nodig;
- dit niets is in vergelijking met de Comté, daar hier 500 liter nodig voor 1kg;
- dit overeenkomt met melk van 30 koeien;
- de Comté kaasboer een strategische samenwerking aan moet gaan met een bierproducent, omdat dit heerlijke zoute kaasje goed samen gaat met een heerlijk heldere dorstlesser;
- je zelf jonge kaas kunt maken door melk op te warmen tot 80 graden en dit te laten stollen met citroensap;
- je de korst kan opeten, dit vaak een extra dynamiek aan de smaak geeft;
- Catalaanse kazen duurder zijn dan de Spaanse;
- er kazen zijn die €95,- de kilo kosten. Dit nog niet in de buurt komt van kaviaar en truffel, maar dat het met recht wel een plekje verdiend in de gastronomische keuken.
Na de rauwe taaie kost wordt het kaasplateau van de avond gepresenteerd. En daarmee de leukste zin van de avond: vamos a probarlo**. De docent snijdt volgens procédé van het midden naar buiten de kaas in gelijke stukken. Ieder stuk moet zowel het hart als de schil hebben, anders ervaar je niet de juiste smaak. We nemen allen een stukje in de hand. Mijn speekselklieren draaien ondertussen overuren. Maar stop, ho! Stop. We worden getraind om kenner te worden en dat gaat zomaar niet.

We moeten de kaas analyseren op haar uiterlijke kenmerken: eigenschappen van de schil, kleur, vorm, gewicht. Vervolgens categoriseren op de ‘innerlijke’ kenmerken: kleur en gaten. Op hoe zij aanvoelt; vochtig, korrelig, hard. En dan komt de geur: intensiteit, familie en aroma. Wat je daar bij moet denken? De volgende beschrijvingen werden in de groep gegooid: bos na een regenbui, groene appelgeur, champignons, sinaasappelboomgaard of penetrant onaangenaam. Als je nog niet van je stoel gevallen bent door de walm, moet je, in geval van een droge kaas, deze breken en de geur van het breekpunt opsnuiven. Letterlijk snuiven om high van te worden. Een geruststelling, hoe erger in hiërarchie de kaas stinkt, hoe minder de vorige onwel riekt. Die begint zelfs heel prettig naar madeliefjes te ruiken. Heel plaats en moment afhankelijk dus.

Oh heerlijk spijswaar, kom maar smelten op mijn tong. Op dit moment heb ik telkens smachtend uitgekeken. En wat je dan ervaart, pure rock & roll in mi boca***. Houd de kaas een paar minuten in je mond, voordat je deze doorslikt. Laat het rollen over al je papillen. En neem dan, op bevel, een slok Catalaanse wijn. Of bij blauwe kazen, sherry. De vraag of ik een Spaanse wijn met een Catalaanse kaas mag nuttigen hou ik maar voor me. Dat probeer ik thuis wel.

En dan begint de hele cyclus weer opnieuw. Kazen om te onthouden en een kans te geven, want soms moet je je er wel voor openstellen:
- de koning der kazen, met de mooiste naam van de avond: Idiazabal
- het jonge prille schapenkaasje: Cantagrullus-Peral
- de pikante vuurspuwende: Queso Casin
Of ik voortaan als dessert een kaasplateau zal nemen? Ik zal er even over nadenken, navragen welke type kazen ze aanbieden om dan toch te zwichten voor de crema catalana.

* Op de site van de DBNL is Kaas, het boek, in zijn geheel te lezen.
** wij gaan een stukje proeven
*** mond

vrijdag 5 april 2013

In de trein

De trein raast door de nacht en sust haar passagiers in slaap. Het Catalaanse landschap is onzichtbaar. Een donker gezicht. De coupé is stil, men is voldaan. Het was een heerlijke dag. De eerste echte lentedag. Mensen waren er massaal op uit getrokken om de lente haar groet te brengen door de oogsten van het vorige jaar te appreciëren. Een geschiktere plek dan het Middeleeuwse stadje Vic tijdens het Lactium festival is er niet: wijn, worst en kaas in overvloed. Tussen de 13de eeuwse kerken, modernista herenhuizen en de Romeinse tempel lopen mensen met een wijnglas om hun nek. Om hun nek? Ja, heel ingenieus. Bijna zonder handjes. Makkelijk om hier en daar wat te verorberen om daarna je gehemelte te bedwelmen met een fruitige, charmante, kruidige, sexy, intelligente, verfijnde wijn. Want kunnen die wijnboeren hun waar toch mooi aan de man brengen.

De passagiers in de trein hebben zich er ruimschoots tegoed aan gedaan. Nu kolkt hun buik. Het kolkt en het drukt. De blaas wil bevrijd worden en dit maakt het nimmer geliefde wc-hok opeens heel populair. Een geweldige kans voor dit sanitaire blok om zich nuttig te maken en haar echte waarde te doen gelden in plaats van zwart rijders en stiekeme rokers te herbergen. Dat zit er helaas niet in, de deur is in het slot gevallen. En zo wil het dat, toevalligerwijs enkel mannen, stoelen en het gangpad rondom deze kostbare vierkante meters dicht bevolken. En allen wachten in de hoop dat er iemand is, die sterk genoeg is. Die het slot kan forceren. Die een Black en Decker alleszaag op zak heeft. Ze bonken, ze trappen, ze gooien hun volle gewicht er tegenaan. Niets helpt. Gelaten nemen ze hun positie in.

De conducteur stapt de door alcohol bedwelmde coupé binnen. Alle ogen zijn op hem gericht. Waar gaat hij heen? Rustig waggelt hij voorbij de mannen, denkend wat een zootje ongeregeld, en haalt de loper uit zijn binnenzak. Een seconde later is hij verdwenen. Opluchting alom, spoedig kan men weer comfortabel tweede klas reizen en de gedachten aan andere onderwerpen wijden. Geduld is een schone zaak. Een tussenstation op een onbeduidende plek. De trein komt tot rust en de conducteur stapt uit. De WC-deur valt dicht. Pot dicht. Het is nog ruim drie kwartier tot Barcelona.

dinsdag 19 maart 2013

Metro I: Grijze tinten

De metro staat stil bij Catalunya. Een Spaanse vrouw van middelbare leeftijd stormt binnen en ploft neer op de lege stoel tegenover me. Ze kruist haar benen. Haar haar, uit het gezicht gehouden door een Ray-Ban zonnebril, vertoont de eerste tinten grijs. Uit haar bruin ledere tas haalt ze een dik boek. Onrustig bladert ze naar de pagina waar ze gebleven was. Haar ogen schieten over het papier. Om de zoveel tijd knippert ze. Soms bijt ze in haar onderlip. Een enkele keer slikt ze. Ze is in de ban, in de ban van ‘Cincuante tonos de gris’.

Ik sta op en loop langs een meisje, beter gezegd een jonge vrouw. Ook zij heeft een Ray-Ban als moderne tiara op haar hoofd prijken. Een fleurige zijde bloemetjes sjaal hangt nonchalant om haar schouders, conform de laatste mode. Ze staat tegen de deurpost geleund. Met haar neus in een boek. Terwijl ik haar passeer, lees ik de titel van het boek: ‘Fifty shades of grey’. Dit boek is ook in de ondergrondse van deze stad niet weg te denken. Ben ik de enige die het niet gelezen heeft. 


maandag 18 maart 2013

Het verzamelaars Walhalla

De mens, niet gelovend in god maar in de geneugten en deugden van verzamelen, verenigt zich op zondag, rond het uur van de mis, bij de Mercat de Sant Antoni aan de Carrer Comte d'Urgell. Het handeldrijven gaat onvermoeid door, ook al is de markt ‘tijdelijk’ voor onbepaalde tijd in verbouwing. De straten eromheen zijn ingericht met stalletjes en kraampjes en er is een permanente overkapping voor deze ‘boeken’ markt op zondag.

De verwachte opleverdatum van de Mercat de Sant Antoni na renovatie zou zomer 2012 zijn. Dit is bij verre na niet gehaald. Maar het karkas alleen al is het bewonderen waard. De houtuitsnede en het ijzerwerk maken het gigantische gebouw statig. Het was de eerste markt binnen de stedelijke uitbreiding voor de wijk Eixample, die Ildefons Cérda (tijdgenoot en stijlgenoot van Baron Haussmann in Parijs) realiseerde in 1882.

Of het gaat om postzegels, voetbalplaatjes, LP’s, bierdopjes, pornoblaadjes, films of strips, Mercat de Sant Antoni is van alle markten thuis. Het krioelt er van de mensen, allen verbonden door hun queeste naar het missende exemplaar in hun verzameling en zich afhandig makend van de dubbelingen. Het maakt niet uit hoe oud je bent, want leeftijd doet er niet toe als je een verzamelaar bent. En de crisis? Die is hier niet. Hier worden de nieuwe ondernemers geboren. Want handel drijven of afdingen en de eigen waar promoten doen de kleintjes als de beste.

Af en toe kom je een verdwaalde boekenstal tegen, waarnaar de boekenmarkt eigenlijk is vernoemd. Maar neem bijvoorbeeld het jongetje op de foto. Terwijl zijn vader vertaalde werken van Dickens en Tolstoj aan de man probeert te brengen, is hij druk met het rangschikken van zijn collectie. Hij bewondert zijn aanwinsten van de dag. Wel acht nieuwe voetbalplaatjes! Dat is pas echt iets waard, denkt hij, en hij verdwaalt in zijn overpeinzingen over hoe geweldig het wel niet zou zijn als zijn verzameling compleet is en hij later zijn eigen bedrijfje kan opzetten in voetbalplaatjes. Of in match-fixing, want daar valt tegenwoordig ook veel in te verdienen.

donderdag 14 maart 2013

Witte Rook

De armen van de Sint Pieter omarmen mensen uit alle windstreken, die bij het zien van de witte rook een traantje wegpinken. Niet vanwege bijtende giftige stoffen in de atmosfeer door de alsmaar groeiende CO2-uitstoot maar uit diepe zielenvreugde omdat er een nieuwe leider gekozen. Een sterke leider die de weg kan wijzen om de aardse verleidingen te weerstaan. Habemus papam.

De ochtendbladen staan er vol van en ook de sociale media draait sinds de eerste rookpluimen overuren. Van felicitaties en geluk betuigingen tot verdenkingen en speculaties over de nieuwe koers in relatie tot onderwerpen als abortus, condoomgebruik en homostellen. Welke mij erg aansprak was de hashtag #vanwiewijeenwkverloren. Een humoristische quote, die tot veel meer vergelijkingen leidt dan op het eerste gezicht lijkt.

Zo wordt Camp Nou door velen gezien als het crème de la crème ofwel de kathedraal onder de voetbalstadions. Er kunnen maar liefst 99.354 zieltjes in, dit zijn er 39.354 meer dan in de Sint Pieter in Rome. Tijdens een wedstrijd worden menig kruisjes geslagen en gelooft men in hogere krachten, maar is dit in de hogere krachten van God of van Messi? Er zijn meer vergelijkingen mogelijk: het aanhangen van een geloof of het supporter zijn van een club verbroederd en creëert gelijktijdig zijn eigen vijand en kwaad. Het zorgt voor vreugde en houvast of in elk geval een vast regime op de dinsdag, zaterdag, zondag (eigenlijk alle dagen, want voetbal is hier alom vertegenwoordigd met speciale dagelijkse kranten en minstens 3 tv zenders). Het idealiseert een bepaalde levensstijl en plaatst zij die er goed in zijn op een voetstuk, waarbij een eigen uniform hoort: het rode kardinaal habijt of de rood/ paarse strepen van Barça. En dan de verschillende gradaties van gelovigen. Zij die soms komen, zij met een seizoenkaart. Zij die gewoon gekleed gaan, zij die van top tot teen verkleedt zijn. Zij die gedurende de hele match/ dienst de beeltenissen rustig tot zich laat komen en zij die de uitkomst willen bespoedigen met hun gezang. Maar allen zijn geestverwanten en steunen hun boegbeeld onvoorwaardelijk.

Ik vraag me af of de kranten hier in Spanje net zo veel berichten over de witte rook hadden als de rook een dag eerder al was opgelaten. Zou Paus Fransiscus of Messi het eerste doelpunt van Messi tegen Milan dan op de voorpagina staan?

En wat betreft het voorspellende karakter van Nederlands verloren WK-wedstrijden, als een inktvis de uitkomsten van een wedstrijd kan voorspelen..., ach waarom dan ook niet dit. Het geeft de supporter iets om over te speculeren.