maandag 28 oktober 2013

Collserola

Een goede training, prachtig weer en ook nog een extra uur slaap cadeau. Alle ingrediënten voor een mooie zondagse renwedstrijd. Dertien kilometers door de heuvels van het Collserolagebergte dat Barcelona van het achterland scheidt. 

Fanaten uit verschillende wijken hadden zich verzameld bij het vals platte startpunt. In blokletters staat op mijn zwarte rugnummer: Cursa Corta. Naast me bij de warming up staat een man met een wit nummer: gelijktijdig wordt over deels hetzelfde parcours ook een halve marathon gelopen. Dat is iets voor later, mijmer ik.

Het is een typisch Spaanse wedstrijd. De wegen zijn niet afgezet. Weg wordt afgewisseld met trappetjes. De groene vlaggetjes, die de weg moeten aanwezen, springen niet altijd in het zicht. De paadjes zijn af en toe amper breed genoeg om er een atletisch persoon doorheen te laten. Je moet je een weg door het overwoekerend groen banen. Dit alles is funest voor een goede tijd, maar doet de moed nog niet in de schoenen zakken.

Wat dat wel doet, is de stijging. Vooraf had ik gelezen dat er in totaal 450m hoogteverschil in het parcours zit. Als Nederlander, kan ik me daar niet goed een voorstelling bij maken. En al helemaal niet over de wijze van stijging: in U bochten, linea recta of heel geleidelijk (dat was eigenlijk wat ik gehoopt had).

Nu kan ik zeggen, de naam Corta doet de kracht inspanning behoorlijk te niet. Halverwege de race bevonden we ons boven op de berg. Ver boven het topje van de Montjuïc. De hele stad was te overzien. De cruiseschepen op de zee. De wijngaarden in het verre achterland. Een prachtig uitzicht om van te genieten, als je niet een koor aan hijgers en zuchters om je heen hoort, die je pijnlijk doen beseffen dat je hier niet om te relaxen bent.

Ergens over de helft staat een vrijwilliger de weg aan te wijzen. Met een grote glimlach probeert hij een hart onder de riem te steken: “Nog maar een klein beetje stijgen, dan begint de daling!” Ik krijg een paniekaanval. Nog meer stijgen? Ons vlak land kent geen heuvels, laat staan deze steile beproevingen. Mijn bovenbenen zijn loodzwaar, mijn kuiten verzuurd en mijn gedachten niet bevorderlijk. Hartslag is ruim boven de 180. “Extreem gedoe!” Ik wil me niet aanstellen, maar dat gaat ’s man kracht toch ten boven? Gelukkig was ik niet de enige. De helling was zo steil dat lopen gewoon sneller gaat. En zo werd de renwedstijd een uithoudingswedstrijd. Iedereen in de loopstand op de helling en in sprintstand op de vlakkere gedeelten.

Nog nooit waren mijn spieren zo blij met de finish. Ammenooitniet een halve marathon door de Collserola.

maandag 21 oktober 2013

Gestrand

Voor een schrijfwedstrijd van het blad Azra Magazine heb ik het verhaal GESTRAND geschreven. De opdracht was: 'zet je beeld van ‘halfvol of halfleeg’ om in een prachtverhaal, waarmee je alle lezers een spiegel voorhoudt. Is een glas halfvol of halfleeg? Het antwoord hierop bepaalt hoe je (personage) naar de wereld kijkt. Het zet aan tot nadenken en daarmee hopelijk ook tot prachtige verhalen.' Hieronder mijn bijdrage. Ik hoor graag uw reactie!

Gestrand

Gelukkig is Bill 20 kilo afgevallen, want het bankje zucht en kraakt onder zijn gewicht. De conditie van Bill laat nog immer te wensen over. Hij is blij dat zijn voeten even van de vloer kunnen. De palmboom was te ver van de bank geplant of andersom de bank te ver van de palmboom geplaatst. Jaloers werpt Bill een blik op de rode kater die onder verkoeling van de schaduw bezig is aan zijn avondtoilet. Het is even na zevenen dus het duurt nog wel voordat de zon achter de Barceloneze herenhuizen verdwijnt. Bill aast op een stoel op het terras van restaurant San Juan, dat zou wat comfortabeler zijn. Hij hoopt dat het krakkemikkige hout het tot die tijd houdt en zijn derrière zich spoedig kan laven in het rode pluche. Voorlopig zit er niets anders op dan zich verlekkeren vanaf een afstand, want Bill heeft, op de palmboom na, vlekkeloos zicht op het terras. En het strand daarachter. Bill kijkt voor de twintigste keer in het afgelopen uur naar zijn horloge. ‘Ze had er allang moeten zijn’, verzucht hij. Het was de bedoeling dat Bill slechts voor één dag in Barcelona zou zijn tijdens zijn grand tour d’Europe. Maar hij raakte de weg kwijt en daarmee zijn vervoer naar Rome. Die dag voelde als een decennium geleden, maar was slechts vorige week.

Er heerste een hittegolf en het leek of heel de wereld zich verzameld had op het strand. Bill mengde zich tussen twee groepen van vrouwelijk schoon. Beide spraken hem onbekende talen. De stemmen klonken zoet en kabbelden zo regelmatig dat het ideaal omgevingsgeluid was in harmonie met de golven in de branding. Bill wilde deel uitmaken van hun symfonie. De onverwachte bariton zijn die de compositie complementeert. Waar had hij de meeste kans van slagen? Links. Rechts had een vrouw net haar topje uitgedaan. Bij voorbaat gedoemd om als gentleman over te komen, want dat stukje stof zonder inhoud op het zand was het teken ‘ik wil niet gestoord worden.’ Links waren drie meisjes. De leeftijd is tussen twintig en dertig moeilijk te schatten, maar Bill was open voor alles. Slapen op het strand is romantisch. Met een vrouw erbij, als het even kon, zou het plaatje compleet maken. Hij had een lichte voorkeur voor de vrouw met het hemels blauwe badpak en een grote moedervlek op haar schouder in de vorm van een vliegende kolibrie. De anderen noemden haar Mónica.


vrijdag 11 oktober 2013

Date

De trein rijdt station Gualba binnen. Met een gelukzalige uitdrukking kijkt de oude man door het raam naar buiten, waarin zijn kale hoofd en grote montuur reflecteren. Hij tuurt inspannend en probeert binnen en buiten te onderscheiden. Zijn uitdrukking slaat om in lichte paniek als het treinstel even later weer in beweging komt. Er is iets mis gegaan!

Knokige vingers grijpen naar een oud Nokia toestel, waarvan de knopjes niet geschikt zijn voor trillende bewegingen. Terwijl hij onrustig en wat gefrustreerd priegelt, stapt er een oudere dame de coupe binnen. Verlegen gaat ze tegenover hem staan en tikt hem op zijn schouder. Nog voor hij overeind is gekomen om twee kussen op de rode wangetjes te drukken, is zijn gezicht weer een en al gelukzalig. Met een zucht van verlossing moffelt hij het mobieltje weg in zijn broekzak.

Parmantig zitten de twee bejaarden tegenover elkaar en wisselen complimenten uit.
- Is dat een nieuwe jas? Wat een mooie stof!
- Ben je naar de kapper geweest?
Verlegen plukt ze wat aan haar haar en knikt instemmend.
De prille verliefdheid slaat van het paar af. Ze hebben een date. Niet de eerste, maar doorgewinterd zijn ze zeker niet.

Na wat meer beleefdheden en kort de actualiteiten te hebben doorgenomen, haalt de man een opgebolde envelop uit zijn binnenzak. Gewichtig, met twee handen overhandigt hij het. In de ogen van de man veel te langzaam, maar in wezen heel gracieus, scheurt ze de envelop open. Er zit een simpele niet pretentieuze ketting in. Voor haar. Glinsteroogjes van trots als hij ziet dat zij zijn geschenk gelijk omdoet.

Ongemakkelijk begint zij in haar tasje te wroeten en haalt er verlegen een zak met gekeurde blokken uit.
“Jij hebt een afwasmachine,” zegt ze een beetje beschaamd, “ik dacht dat je hier wel wat aan hebt.” Afwastabletten, die de Lidl van de week bij iedereen als actie heeft laten bezorgen. Hartelijk neemt de man de attentie in ontvangst en bergt op bij zijn hart. “Gracias cariño.”

In Girona zie ik ze uitstappen. Hij steekt haar een trouwringloze hand toe. Zij neemt hem scheutig aan en laat hem na het uitstappen niet los. Gearmd verdwijnen ze in de middeleeuwse straten waar de verkenning in hun liefde verder vorm zal krijgen.

zondag 6 oktober 2013

Metro XI: Heel veel tattoos

Tussen de sardientjes in blik krioelen slangen, draken en andere monsters van inkt over bicepsen en tricepsen. Het duizelt voor mijn ogen. Mijn medereizigers zijn bont en blauw uitgeslagen met creaties of met Chinese, Keltische of ‘ ik weet niet wat voor’ tekens. Jongens en meisjes. Twintigers, dertigers en een verdwaalde veertiger. Van top tot teen. Oorlel, nek, vingerkootje, elleboog, bovenbeen, kuit…geen enkel plekje huid wordt ontzien.

Het is me al eerder opgevallen dat Barcelona een hoog percentage tattoo liefhebbers heeft. Je komt eerder een meid met tattoo tegen dan een dame op parmantige hakjes. Er is me uitgelegd dat hierin een duidelijk verschil is waar te nemen tussen het hoofse Madrid en het creatieve Barcelona. Vrij en onbezorgd kiest de Barcelonees liever voor de vleselijke versiering in plaats van de parelmoerenhalsketting. Het is hun merk geworden.

In zulke grote getalen als vandaag heb ik ze nog niet eerder gezien. Ik steek er kaal bij af. Sommige tatoeages zijn ware kunstwerken, maar bij de meeste vraag ik me af: waarom? Esthetisch? Smaken verschillen. Status? Identificatie met de groep? Ik vind het eerder intimiderend en bij elke buitensporige tatoeage vraag ik me af hoe deze persoon ooit een representatieve baan kan vervullen als de hagedisjes boven de boord uit kruipen en er op de hand een dolk staat afgebeeld. Ik geloof dan ook dat er spoedig een grote markt zal ontstaan voor het weghalen van deze ‘jeugdtekens’. Hetzij omdat men erachter komt dat het niet bevorderlijk is in de banenzoektocht, hetzij omdat de huid veroudert, verslapt en dat vlindertje op de borst beter gevlogen kan zijn. Gij die als eerste een duurzaam, veilig en pijnloze methode zal ontwikkelen: aan het einde van al die regenboogtatoeages blinkt een goudpot.

Maar zover is het nog lang niet. Bij halte Placa Espanya stroomt de metro leeg. Ik trek mijn wenkbrauw op. Zouden ze hier zijn om wat weekendse cultuur op te snuiven in het MACBA, bij Mies van der Rohe of de prachtige tuinen van de Montjuïc? Als snel bots ik er tegen een aantal op. De geïnkten zijn massaal twee stappen van de metro stil gaan staan. Als ik beter kijk zie ik dat het een meterslange rij is, vol met gelijkgestemden. Aan het begin van de rij verrijst de Fira (het Ahoy van Barcelona) met in koeienletters Barcelona Tattoo Expo. Vanavond zal de stad weer meer tattoos dan gisteren herbergen.

vrijdag 4 oktober 2013

Hoofd boven water

Als paddenstoelen schieten hipster barretjes de grond uit. Voor je erg in hebt, is de vervallen schoenenwinkel een Engels theehuis. Verderop zijn grauwe verstofte kozijnen omgetoverd in een smaakpappillenprikkelende toonbank met pinchos* in werkelijk alle kleuren van de regenboog. Een lust voor niet alleen het oog. Elders is de muur volgestouwd met wijnvaten en het proeflokaal ingericht met vintage meubels.

De wijk Poble Sec is al enige tijd bezig met een opmars. Deze van oorsprong traditionele arbeiderswijk met Catalanen, Pakistanen en Latijns Amerikanen wordt met de dag een grotere smeltkroes van nationaliteiten en stijlen. En daar horen verschillende lunchrooms, tavernes en eetgelegenheden bij. Want de liefde voor een wijk, gaat door de maag.

Het bruisende sfeertje heeft een versterkend effect, dat weer nieuwe ondernemers zin geeft om hun idyllische droom van gebak, tapas, wijn en gezelligheid te realiseren. Het straatbeeld is met de dag levendiger. En niet alleen in de centrale autovrije Carrer Blai, in alle straatjes is bedrijvigheid waar te nemen. Alleen weet nog niet iedereen de nieuwe plekjes zoals L’angoline, Bread & Circus, Spice cafe of La Tasqueta de Blai te vinden. Dit maakt het lastig inkopen doen. Hoeveel moet je in huis hebben om vers en niet bedorven gerechten voor te schotelen?

Daar hebben de lokale zelfstandigen een oplossing voor gevonden. Er is een ware micro-economie ontstaan, waarbij de verschillende branches elkaar helpen het hoofd boven water te houden. Zo haalt de serveerster van L’angoline tegenover bij de groentezaak een zak sinaasappelen als er naar verse sap is gevraagd. Het wordt op de rekening gezet, dat wordt aan het eind van de dag of week wel verrekend. Vervolgens zie ik haar rennen naar de bakker twee deuren verder op. Met twee stokbroden snelt ze haar zaak in om later met een grand ontbijt haar gasten te verwennen. Iets later komt de jongen van de tabakszaak koffie halen in ruil voor kranten op de leestafel. En zo gaat het ruilen en tussendoor bijvullen van de voorraad de hele dag door. Een mooi duurzaam systeem en het verrijkt de wijk in velen opzichten. Tijd voor een hapje.


*Pinchos: Catalaanse tapas; vaak op een broodbodem.