maandag 22 juli 2013

Tijdreizen in het park El Grec

Zodra je de trappen vanaf de Passeig de Santa Madrona beklimt, waan je je in een episode uit het hofleven van Versailles. De baroktuin wordt zacht geel belicht, de fonteinen sproeien en het geheel wordt omringd door cipressen. De hedendaagse klederdracht valt uit de toon, maar de entourage geeft je het gevoel van tijdreizen. In de warme maand juli draait het culturele seizoen hier overuren. Het park El Grec op de Montjuic met zijn ‘semi oud’ halve amfitheater is tijdens het El Grec festival het hoofdpodium voor een gevarieerd programma van dans, theater en muziek. In het spotlicht de voorstelling: Ode aan de Catalaanse dichter Salvador Espriu. Uitgevoerd door het zeer aan te prijzen jazz ensemble La Locomotora Negra en het Sant Jordi koor.

De arena is gevuld met honderd muzikanten en één dichteres. Zij declameert de gedichten. De rest geeft vol overgave de muzikale interpretatie weer. Ik versta geen Catalaans, de betekenis van de gedichten zweven aan mij voorbij, maar de klanken grijpen me. Het swingt de pan uit. De gekleurde stopdassen, de vele solo’s en door de kat boven op de rots waan je je in een vrolijk optreden van de aristocats. Dan weer in beland je in een hymne aan de schoonheid. Een heldere sopraanstem stijgt langs de treden van het amfitheater steeds hoger en hoger. Ze wordt versierd door een sax. Ze krijgt een liefdessonnet van de klarinet. Alsof een kattensnorhaar je huid doet tintelen. Op de kale achtergrond muur wordt op het ritme van de muziek een zwoele rode oranje kleur geprojecteerd. Om het nog sprookjesachtiger te maken, missen alleen de vuurvliegjes die ronddwarrelend dansen op de speelse tonen.

De piano trippelt poco poco naar de volgende episode. En de gebochelde dirigent draagt de zwarte blouse uit zijn broek, die schudt van links naar rechts. Een triester stuk nu, meer detail. Het licht verloopt heel gestaag van paars naar groen naar blauw. Er staat een eenzame trompet die een stuk over het verloren land vertolkt. Op de achtergrond een klaagzang van het koor. Kracht in eenvoud.



Vervolgens licht het weer rood op en hoor je een zwoele zachte mannenstem. Zoals honing een schrale keel streelt laat het je wegdromen om vervolgens door de trombone terug naar het amfitheater getrokken te worden, waardoor het een hele opgave is om stil op de plastic stadionstoeltjes te blijven zitten.

De maan staat al hoog aan het hemelgewelf als het applaus afneemt en ik de trappen weer afdwaal. In mijn hoofd swingt het ritme en hoor ik de regels van het Catalaanse vers ‘el meu poble i jo’ nadreunen. Zelfs op zo’n avond is het sterke nationalistische gevoel van Catalonië overheersend.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten